We zijn ons tegenwoordig steeds meer bewust van het belang van gezonde, verse voeding. En hoe kan het verser dan groenten of fruit rechtstreeks uit je eigen moestuin? Toch moet je je er ook van bewust zijn dat tuinieren als hobby best veel werk is, zeker als beginner. Begin dus best zo klein mogelijk! Deze tips helpen je alvast om goed van start te gaan.
Kies de juiste plek
Het lijkt misschien vanzelfsprekend, maar het is enorm belangrijk om de perfecte plaats te vinden voor jouw moestuin. Kies voor een locatie met veel zonlicht dat minstens 10 meter verwijderd is van grote bomen. Sommige planten hebben ook af en toe schaduw nodig, lees dus op voorhand altijd goed het etiket van de tuinzaden. Als beginnende tuinier start je best met een oppervlakte van tien vierkante meter, zorg ervoor dat je later ook kan uitbreiden als je dat wil.
Laat ook voldoende plaats tussen de verschillende planten. Ook over de afstand vind je vaak richtlijnen op het etiket. Als ze te dicht op elkaar staan, zal je kleinere planten krijgen en heb je een groter risico op ziekten of insectenplagen. Het is handig om met vaste percelen met een gelijke grootte te werken. Maak een perceel 1,10 meter groot en laat overal een halve meter tussen, zodat je overal gemakkelijk bij kan.
Shutterstock
Beperk je tot enkele planten
In het begin ben je vaak te ambitieus en wil je liefst zoveel mogelijk verschillende kruiden en groenten kweken. Toch beperk je je in het begin best tot een weloverwogen selectie planten. Kies voor een selectie van 5 tot 10 planten, die je ook echt graag lust of wil gebruiken om te koken. Je zal merken dat je meer gemotiveerd bent als je echt uitkijkt naar de oogst. De ene plant is ook de andere niet. De meeste kruiden zijn eenvoudiger te verzorgen. Tuinkers bijvoorbeeld is erg gemakkelijk en ook leuk voor de kinderen, omdat ze een snel groeiproces doorlopen. Groenten zoals snijsla, radijzen, rode biet en bonen zijn ook relatief eenvoudig te kweken.
Maak een moestuinplan
Voor je aan de slag gaat stel je best een moestuinplan op. Je kan het plan op schaal maken met de computer of gewoon uit de losse pols tekenen. Het is erg belangrijk dat je alle groenten uit dezelfde familie op dezelfde rij zet. De zes families zijn kolen, peulen, aardappelen, knollen, vruchtgroenten en bladgroenten. Elk jaar schuif je de groentenfamilie een rij op. Die rotatie is extreem belangrijk, want het voorkomt bodemziektes en bodemmoeheid.
Een handig hulpmiddel is de Moestuinplanner 2019 van Wim Lybaert. Het boek bevat verschillende tips voor je moestuin en helpt je om beter te plannen. In het boek vind je onder andere een oogst- en zaaikalender, groentefiches, maandelijkse to-do lijstjes en klimaatinfo.
Shutterstock
Gebruik compost
Compost is nooit overbodig, zelfs niet bij een kleinschalige moestuin. Het stimuleert het bovenleven van je moestuin en houdt de grond luchtig. Koop dus voor je begint een compostbak of maak er zelf een en verzamel er al je groen- en snoeiafval in. Zorg ervoor dat je compostbak zich in de schaduw bevindt en liefst ook uit de wind ligt. Voor betere compost is het aangeraden om de hoop om het half jaar eens om te keren. Op die manier krijgt de compost extra zuurstof, wat zal resulteren in een hogere kwaliteit bemesting.
Denk na over water
Een van de grote redenen waarom planten doodgaan, is een gebrek aan water. Denk dus bij het aanleggen van je moestuin goed na over hoe je de planten water gaat geven. Is je waterslang bijvoorbeeld lang genoeg? Is het eventueel een optie om een waterton te installeren? Kies er in elk geval niet voor om een sprinkler in je moestuin te zetten. Niet alle planten kunnen daar tegen!
Denk ook eens na over het effect van regen. Probeer te voorkomen dat de planten onder water staan na een hevige regenbui, want dat is vaak ook slecht voor de oogst.
Unsplash
