Als ik op weg ben naar Pierre de Maere klinkt zijn nummer Docteur, un jour je marierai un ange door mijn hoofd. En ook nog wat ritmes uit zijn eerste album. En waar ik eerst maar een halfuur zou blijven, zit ik er na een uur nog steeds…
Je eerste album heet ‘Regarde-moi’. Wat zien we, als we naar jou kijken, Pierre de Maere?
“Dat hangt af van het moment van de dag en de periode van mijn leven. Als je naar mij kijkt via dit album, zie je een artiest die op zoek is naar erkenning, niet per se die van het publiek. Ik denk eerder aan een liefdesblik. Je ziet een kunstenaar die experimenteert en zichzelf ontdekt. Ik vind dit eerste album meestal coherent – en tegelijk met momenten een beetje donker. Als je naar me kijkt, zie je iemand die plezier heeft en er een zootje van maakt. Ik hou van romantisch drama.”
Het laatste jaar is alles bij jou in een stroomversnelling terechtgekomen. Als je drie sleutelmomenten zou moeten kiezen, welke zouden dat dan zijn?
“Mijn eerste concert in La Cigale, in Parijs; ofwel de eerste mythische Parijse zaal die ik heb mogen vullen. Ik was overweldigd en ik vond ook mijn eerste live tv-programma geweldig. Ik moest zingen en ik heb complexen over mijn stem, dus ik ging dood van de stress, maar alles is perfect gegaan. Het was een entree in de showbizz zoals ik me alleen maar had kunnen dromen. Het derde moment was een liefdesverhaal dat vandaag voorbij is, maar dat prachtig was en tot inspiratie heeft gediend voor drie van mijn nummers. Ik was voor het eerst stapelverliefd.”
Was je nog nooit verliefd?
“Ja, één keer, maar dat was niet wederzijds. Ik praat over de liefde omdat dat het enige is wat een fysieke impact heeft op mij. Zoals bij iedereen, vermoed ik. In het nummer J-3 projecteer ik mezelf in de toekomst, ook al is die liefde er inmiddels niet meer.”
Je bent een singer-songwriter en je bent begonnen met GarageBand. Hoe heb je het proces van muziek maken voortgezet en verfijnd?
“Ik was toen tien jaar en het sprak voor zich dat ik met die software geen geweldige songs zou schrijven. Maar wat ik fantastisch vind aan GarageBand is dat het je in ieder geval inwijdt in het gevoel dat je muziek aan het produceren bent. Toen ik nog heel jong was, zong ik al in een taal die klonk als Engels, maar die dat niet was… Vóór Stromae vond ik dat het ouderwets en onnozel was om in het Frans te zingen, maar misschien luisterde ik gewoon niet naar de juiste muziek? Toen ik een jaar of zeventien was, schreef ik een liedje in het Engels, maar mijn omgeving zei unaniem: stop. Dus probeerde ik een nummer in het Frans, dat mijn broer Xavier produceerde. En vandaag werken we nog steeds samen. Potins absurdes, mijn eerste nummer, verscheen in maart 2020 en belandde bij Théo Hotuqui, de artistiek directeur van Wagram, in Parijs. Ik viel op en hij stelde me een contract voor voor vier albums. Ik ben iemand die van hits houdt en dat weet hij.”
Je maakt Belgische pop, zeg je, maar op welke manier zijn je liedjes Belgisch?
“In België zijn we relaxter en eenvoudiger dan in Frankrijk. Mijn teksten zijn heel simpel. Er zit ook een stukje absurditeit en zelfspot in mijn teksten.”
Het gaat op deze schijf over twee mannelijke literaire figuren: Romeo en Bel-Ami. Heb je een Romeo-kant en een Bel-Ami-kant?
“Een beetje, ja (lacht). Bel-Ami is eerder de verleider die make-believe verkoopt. Ik moet toegeven dat ik die roman van Maupassant niet heb uitgelezen. Ik herinnerde me dat dit personage uit de provincie naar Parijs trok en het advies kreeg om eerder een mooie outfit aan te schaffen dan fatsoenlijke accommodatie. Ondertussen woon ik nu zes maanden in Parijs en heb ik nog steeds geen bed; ik slaap op een matras. Anderszijds heb ik Gucci-pakken, omdat ik die leuk vind. Tegenwoordig is het voor een artiest belangrijker om een leuk Instagram-account te hebben dan om ‘s nachts goed te slapen. Daar moet ik eigenlijk mee lachen. Wat Romeo betreft, die vertegenwoordigt dan weer dat ‘theatrale enscenering’- aspect van mijn liefde voor anderen. Er is toch altijd zoiets als die blik van de ander die ons gedeeltelijk definieert.”
Je was fotografie gaan studeren aan de Antwerpse Academie. Waarom ben je daarmee gestopt?
“Het was erg conceptuele kunstfotografie en dat zei me te weinig, omdat ik van schoonheid hou. En ik moet toegeven dat ik een hekel heb aan de huidige kunstfotografie, terwijl ik dol ben op modefotografie. Als ik aan het fotograferen was, miste ik iets. Muziek was meer iets wat op een natuurlijke manier bij me paste.”
Je noemt vaak Lady Gaga als inspiratiebron, maar het verbaast me dat je Mylène Farmer nooit citeert.
“Ik hou van Mylène Farmer, maar ik ken haar wereld minder. Zij is een absoluut icoon, ook ver buiten de Franstalige wereld. Verder ben ik ook sterk gefascineerd door Karl Lagerfeld.”
Je wilt beroemd worden, maar waarvoor precies?
“Opdat mijn liedjes door zoveel mogelijk mensen zouden worden gehoord. Alles wat hype is, of snob, interesseert me geen zier. Je zal mij zien zingen in alle steden en dorpen van Frankrijk, en zeker niet alleen in Parijs.”
Pierre de Maere, Regarde-moi, Wagram, uit sinds 27 januari. In concert op 22 maart in zaal Reflektor in Luik, op 23 maart in Namen op het Namur is a Joke-festival en op 18 mei in AB, Brussel.
Lees ook: XXL-haar: wordt dit dé haartrend voor komende lente? & 7 podcasts over mode die het luisteren waard zijn.