Het is algemeen bekend dat Belgen goede spaarders zijn. En we doen het ook massaal (81% van de ouders) voor de kinderen. Dat is een positieve trend, want op die manier bieden ouders hun kinderen financiële zekerheid en een stevig startkapitaal om op eigen benen te staan. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat er ook wel veel beter kan. Veel ouders vinden het namelijk niet eenvoudig om over geld te praten binnen het gezin.
Twee gouden regels
Negentig procent van de ouders hechten nochtans veel belang aan de financiële opvoeding van hun kind. Zo willen ouders dat kinderen de waarde van spullen leren en als het kind een duurder cadeau wil, laten de meeste ouders het kind er deels zelf voor sparen. Toch betrekken slechts vier op de tien ouders hun kinderen bij wat ze voor hun sparen. Ook over het gezinsinkomen wordt er bijna nooit gepraat. Acht op de tien ouders geeft toe dat hun kinderen niet weten hoeveel ze verdienen.
Sommige ouders zitten dan ook met het handen in het haar wat de financiële opvoeding betreft. Zeker bij tieners. Patrick Binot van Lingue des familles stelt dat er twee gouden regels zijn. De eerste regel is durven praten over geld, van jongs af aan. Als tweede tip adviseert Binot om kinderen ervaring op te laten doen: “Laat ze experimenteren met kleine bedragen. Het is belangrijk dat je ze vertrouwt en dat ze ook fouten mogen maken. Daar leren ze uit.”
Volgens Binot kan ook het platform Yongo een handig hulpmiddel zijn. Kinderen kunnen er zelfs korte termijn doelen instellen en op een visueel aantrekkelijke manier hun spaarinspanning zien groeien. Op die manier kunnen ze zien hoe lang ze nog moeten sparen voor die nieuwe spelconsole of gitaar.