Róisín Murphy: “Ik ben een sexy wijf”
© Nik Pate

Róisín Murphy: “Ik ben een sexy wijf”

Leestijd: 2 min

Op haar vijftigste is de Ierse artieste Róisín Murphy op de top van haar kunnen. Haar zesde album Hit Parade is psychedelisch onvoorspelbaar, zit barstensvol verbluffende ideeën en benadrukt aspecten van Murphy’s stem die ze nooit eerder heeft laten horen. Een pionier.

/

Het is best wel een verrassende plaat. Hoe ging je te werk?

“Ik maakte het album in de loop van een paar jaren, op een hobbyachtige manier. Producer Dj Koze wilde een album voor me maken, maar het moest op zijn manier en zijn tempo gebeuren. Dat was prima, ik had genoeg projecten lopen. Het was leuk om met iets te spelen in mijn vrije tijd. Koze heeft een unieke manier van muziek maken, het was een eer voor mij om hem aan het werk te zien. Zijn inbreng is even belangrijk als die van mij. Ik hou van echte samenwerkingen die niet gepland worden op board meetings van platenmaatschappijen.”

Lees ook: De 10 meest stijlvolle zomerfilms om snel te kijken.

Wist je toen je stopte met Moloko al dat je het in je eentje zou redden?

“De enige manier waarop ik tot dan toe muziek gemaakt had, was samen met mijn lief en vrienden, in een veilige bubbel, vol liefde en respect, ver weg van de muziekindustrie. Het was een gezellige boel. Het was best scary om solo te beginnen. Ik plan niets, alles verloopt altijd volgens een natuurlijke flow. Maar het was onvermijdelijk dat ik iets creatiefs ging doen. Ik ben altijd geobsedeerd geweest door muziek en cultuur. Ik ging van jongs af aan veel uit, en ontmoette dj’s en A&R’s van platenlabels. Ik kende iedereen in de scene, ik maakte er deel van uit. Toen ik Matthew Herbert ontmoette, ging de bal aan het rollen. Ik bracht mijn eerste solowerk uit met Herbert, hij hielp me met het schrijven van de songs en producete ze.”

Je hebt een aparte stijl, allesbehalve typisch sexy. Eentje die misschien niet iedereen begrijpt.

“Ik ben wél een héél sexy wijf. Misschien vinden niet alle mannen – of vrouwen – mijn stijl aantrekkelijk, maar er zijn er genoeg die hem wél begrijpen.”

Sinds het begin van je carrière ben je fan van Belgische ontwerpers. Wat vind je bijzonder aan hen?

”Ik hou van Walter Van Beirendonck en Martin Margiela. Twee extremen, maar wat ze gemeen hebben, en alle Belgische ontwerpers hebben dat, is dat hun creaties uitblinken in uitmuntendheid. Dat kan volgens mij verklaard worden door hun opleiding.”

Lees ook: Coely: “Ook op slechte dagen blijf ik de schoonheid van het leven zien”

Je werd enkele weken geleden 50. Ze zeggen wel eens dat 50 het nieuwe 30 is.

“I wish! De jaren tussen mijn 40 en 50 waren fantastisch, beter dan ik ooit had kunnen hopen. Dat was een verrassing. Ik kreeg de afgelopen jaren meer controle over mijn carrière, de creativiteit bleef stromen, ik stichtte een familie, ik vond iemand die van me houdt en ik heb een hechte vriendenkring. Ik hoop dat het vanaf nu niet plots bergaf gaat, maar ik maak me er geen zorgen over. Je zorgen maken over ouder worden is the most ridiculous thing to do, want we kunnen er toch niets aan veranderen. Ik zou graag nog maar 30 zijn omdat ik dan nog meer jaren te leven zou hebben. Ik heb nog zoveel dromen en plannen dat ik wel 200 jaar zou willen worden.”

Róisín Murphy, Hit Parade, (Ninja Tune).

Kim De Craene De artikels van >

Kim De Craene schrijft over beauty en lifestyle, boeken en muziek. Na tien jaar São Paulo woont ze terug in Antwerpen. Ze woonde dus zo’n kwart van haar leven in Brazilië. Wat haar toch een beetje Braziliaans maakt. Ze houdt van rode lipstick, languit op een massagetafel liggen, dansen op het strand op blote voeten, bioboeren en stelt zich bij elk dilemma vaak de vraag "wat zou Audrey Hepburn doen?"