Het gedicht met de meeste stemmen zal op een poster terechtkomen, vormgegeven door grafisch ontwerper Herman Houbrechts. Die poster krijg je op donderdag 24 januari, Gedichtendag, gratis in deelnemende boekhandels aangeboden. Die dag markeert de start van de Poëzieweek: wie dan poëzie koopt, krijgt de dichtbundel ‘Rotterdamse kost’ van Jules Deelder cadeau.
De folder met daarin de vijf gedichten die in aanmerking komen voor de publieksprijs wordt verspreid in deelnemende boekhandels en in bibliotheken. De stemcampagne via www.boek.be loopt tot en met 20 januari, in samenwerking met Radio 1 en Canvas.
Friedl’ Lesage verdiepte zich voor ons in de gedichtenbundels van de genomineerden:
Kwaad gesternte van Hannah van Binsbergen
Hannah van Binsbergens debuutbundel Kwaad gesternte laat alle ingrediënten zien voor een belangwekkend dichterschap. Deze poëzie is filosofisch, thematisch rijk en meerstemmig zonder een overkoepelend perspectief te verliezen. Twijfelend en trefzeker tegelijk gaat Van Binsbergen de dialoog aan met de romantiek van Baudelaire en de bewogenheid van de latere Gorter. Daarbij geeft ze een stem aan een jonge generatie (taal)kunstenaars die in een wereld vol marktwerking een sterk gevoel van onmacht ervaart – interessant genoeg met een grote controle over de taal.
Ontsnappingen van Eva Gerlach
Zonder twijfel is ‘helderheid’ een van de opvallendste kenmerken van Gerlachs gedichten. Toch blijft er in deze poëzie altijd iets te raden over, wat de verdienste is van de subtiliteit van Gerlachs stilistische repertoire. Juist door de bijzondere combinatie van helderheid en mysterie blijft de bundel Ontsnappingen lang spoken in het hoofd van de lezer – temeer omdat het hier poëzie betreft die de gruwelijkheden van oorlog weet te vangen vanuit een kinderlijk perspectief dat nooit sentimenteel wordt.
Bladgrond van Roland Jooris
In een tijd waarin Nederlandstalige poëziebundels steeds voller worden, durft Roland Jooris nog minimalistische gedichten te schrijven waarin de taal tot op het skelet wordt uitgepuurd. Weinig dichters verstaan de kunst van de weglating zo goed als Jooris. Bovendien bewijst Bladgrond dat abstractie en ascese hand in hand kunnen gaan met aandacht voor het dagelijkse en het aardse. Juist daardoor bereikt deze sobere poëzie grote existentiële diepten, die op hun beurt aanzetten tot reflectie.
Peter Verhelst Zing zing
Met Zing zing leverde Verhelst een bundel af die de zintuigen overrompelt. In gulzige klanken en passionele beelden roept de dichter een vervreemdende wereld op die ondanks haar sprookjesachtige karakter nooit ver van de lezer afstaat. Beklijvend zijn met name Verhelsts liefdesgedichten, die veel lezers door elkaar zullen schudden en beroeren zoals de liefde zelf. Wie deze bundel ten volle wil genieten, doet er goed aan de imperatieven uit de titel ter harte te nemen – de welluidende gedichten lenen zich er uitstekend voor.
Nachoem M. Wijnberg – Van groot belang
Economie, belastingen, consumptie, sociale voorzieningen, overheidstaken: we hebben er allen de mond van vol, maar het zijn niet direct thema’s die we associëren met poëzie. In Van groot belang laat Nachoem Wijnberg echter moeiteloos zien dat ook die onderwerpen grootse gedichten kunnen opleveren. Sterker nog: de bundel draagt de prikkelende gedachte uit dat juist poëzie de vorm is om grip te krijgen op economie, politiek, geschiedenis.