/Hoe selecteer ik de wijn die past bij mijn gerecht?
Je gerecht geeft geen zier om welke naam op het etiket staat. Je eten swingt, walst, slowt of tangoot met wat in het glas zit, met de stijl en persoonlijkheid van de wijn. Voor wijn – en – foodpairing richt ik me op de wijnstijl, eerder dan op de druif. Het druivenras of de blend geeft zeker aanwijzingen, maar daarbinnen zijn té grote stijlverschillen mogelijk.
Wat dit systeem handig maakt, is dat je maar drie hoofdstijlen moet onthouden, en je kan deze toepassen zowel op witte, rosé als rode wijnen. Er zijn lichte, frisse, strakke wijnen, volle, stevige, gestructureerde wijnen en intense, kruidige, aromatische wijnen.
Vertrekkend van dit eenvoudig systeem kan je zowat elke wijn karakteriseren. Dat geeft je een goede houvast om er daarna passende gerechten bij te vinden. Je kan ze makkelijker aanleren, onthouden, herkennen en gebruiken, in tegenstelling tot wijnstijlen, daar bestaan er duizenden van.
Weetje: we beschouwen champagnes vaak als aperitiefwijnen, maar ze zijn vaak uitstekende maaltijdpartners. Zeker roséchampagnes blijven me op het gebied van gastronomische pairingmogelijkheden verrassen.”
Is duurdere wijn beter?
“Dat hangt ervan af hoe je beter definieert. Maar van duurdere wijn lijkt men alleszins meer te genieten, zeker wanneer men zich bewust is van de prijs. Onderzoek heeft aangetoond dat wanneer proefpersonen wijnen proeven met een verschillend prijskaartje, ze bij de duurdere wijnen vaker rapporteren dat die beter smaken.
Wanneer je een wijn objectief wil beoordelen, is het beter dat je niet weet om welke wijn het gaat, zodat je verwachtingen je beoordeling niet beïnvloeden. Dit noemt men blind proeven. Weet ook: wanneer je een dure wijn op tafel zet, en je wilt dat je gasten er ten volle van genieten, is het beter om de fles net niet blind te serveren, en bij voorkeur met wat theater.”
Is elke sprankelende wijn champagne?
“In verschillende landen noemt men zowat elke sprankelende wijn champagne, maar dat is niet correct. De enige schuimwijnen die officieel champagne mogen worden genoemd zijn diegene die in de Franse champagneregio geproduceerd worden, met druiven die daar groeiden, én volgens de traditionele champagnemethode met een tweede gisting op fles. Wil je in wijnkringen niet door de mand vallen, verwijs je naar andere schuimwijnen liever niet als champagne, maar wel als schuimwijn of mousserende wijn.”
Lees ook: Het eenvoudigste recept voor overheerlijke cinnamon rolls
Op welke temperatuur serveer ik de wijn?
“Wijnen bestaan in verschillende kleuren, types en stijlen. Om ze zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen, is het belangrijk om die elk op de juiste temperatuur te serveren. Bij een wijn die te koud gedronken wordt, komen de aroma’s en smaken niet ten volle tot hun recht, en kan tannine strenger en meer uitdrogend aanvoelen. Een te warme wijn daarentegen maakt een minder frisse indruk, de meest subtiele aroma’s worden er overweldigd, en ook alcohol valt meer op bij een hogere serveertemperatuur.
Als algemene richtlijn kun je nemen: een wijn met weinig of geen tannine, en die het vooral van lichte, subtiele aroma’s moet hebben, serveer je eerder koel. Terwijl je een wijn met meer tanninestructuur, of waarvan het karakter bepaald wordt door intense of complexe aroma’s, wat warmer serveert.
De aanbevolen temperaturen voor wit en rosé (stil of mousserend) en eenvoudige, frisse, fruitige wijnen is 6 à 8 graden Celsius, complexe, volle en aromatische witte wijnen serveer je aan 10 à 12 graden Celsius. Een rode, eenvoudige fruitige wijn smaakt optimaal aan 14 à 16 graden Celsius en complexe, volle en aromatische wijnen aan 16 à 18 graden Celsius.”
In welke glazen serveer ik wijn?
“Een goed, allround wijnglas is het klassieke tulpvormige glas. Bij voorkeur helder glas, zonder patronen, bedrukking of allerlei kleuren die afleiden van de wijn zelf. Dit soort glazen vul je tot op het breedste punt van de kelk, zodat je een optimaal contactoppervlak creëert voor uitwisseling van geur- en andere moleculen met de omgeving.
Vermijd om het glas meer dan de helft te vullen, zodat je ruimte laat voor lucht, en om te walsen. Een standaard schenkhoeveelheid is 100 à 125 ml, wat neerkomt op zes à zeven glazen uit een gewone fles van 75 cl. Dit is tevens een handige referentie om in te schatten hoeveel flessen wijn je moet voorzien voor je gezelschap.
Verder is het ook fijn wanneer de steel van het glas lang genoeg is. Niet alleen oogt dit mooier, maar het is handig om het glas comfortabel vast te kunnen houden zonder dat je hand te dicht bij de kelk komt, waardoor je lichaamstemperatuur de wijn zou opwarmen. Hou om die reden je wijnglas ook nooit bij de kelk vast, tenzij de wijn te koud geserveerd werd.”
Wijnboek voor Foodies van Kristel Balcaen, € 29,50, Uitgeverij Pelckmans, meer info op de website.
