Op 7 november vierden we de 150ste verjaardag van Marie Skłodowska Curie. Marie Curie, zo leerden we op school, was de uitvindster van de radioactiviteit. Maar ze was ook de eerste vrouw die een Nobelprijs won, en de eerste en enige vrouw die er ooit twee zou winnen. Haar ontdekkingen hadden een gigantische invloed op de ontwikkeling van de moderne geneeskunde. En toch kende ook Marie Curie haar tegenslagen. Na de zoveelste opdoffer omdat ze ‘maar’ een vrouw was, besloot ze op het einde van haar carrière haar meisjesnaam terug aan te nemen (je spreekt hem Skwodovska uit, nvdr).
Mocht ze vandaag nog geleefd hebben, zou ze ongetwijfeld trots zijn op wat de naar haar vernoemde beurzen betekenen voor jonge, vrouwelijke wetenschappers. In september vonden de opendeurdagen van de MSCA plaats in het Parlamentarium aan het Europees Parlement in Brussel. Onder de noemer Science is wonder-ful! zagen we een verse roos verstenen, leerden we de gezichtsuitdrukkingen van apen begrijpen en ontdekten we hoe belangrijk een magneet voor groene energie is. Iedereen kon het meebeleven en alles werd ons uitgelegd door fascinerende vrouwen.
De vrouw die depressie meetbaar maakt
Eén van die fascinerende vrouwen is Alena Dambordka, een psychiater afkomstig uit Tsjechië. Dankzij de MSCA kan ze in een gespecialiseerd, hoogtechnologisch onderzoekslaboratorium in Genève onderzoek verrichten naar biologische indicatoren voor depressie. Ze zet 256 elektroden op de schedel en analyseert de elektrische activiteit in het brein. Hiermee wil ze objectief kunnen meten of de patiënt een depressie heeft.
Haar onderzoek toonde al aan dat de elektrische werking van een depressief brein anders werkt dan dat van een gezond brein. Ze constateerde dat bepaalde elektrische velden in het brein systematisch minder hard werkten bij depressievelingen. Dat zou een objectieve ‘biomarker’ kunnen zijn om een diagnose te stellen. Vandaag wordt een depressie vastgesteld aan de hand van lange gesprekken en vragenlijsten, die niet alleen veel tijd vragen, maar ook nog altijd een persoonlijke interpretatie van een dokter zijn. Dit onderzoek is een onderdeel van een groter project dat tot een meer gerichte behandeling kan leiden.
beurzen maken het verschil
Alena vond de aanvraag voor een beurs niet moeilijk, maar wel tijdrovend. Ze dacht en schreef twee maanden aan een stuk. Maar al van bij de eerste aanvraag, kreeg ze haar beurs: ongeveer € 175.000 voor twee jaar. Dat is niet niks. Jonge researchers krijgen een gemiddelde van € 250.000 voor drie jaar. MSCA sponsort ongeveer 9.000 wetenschappers per jaar. “Het is belangrijk om wetenschappers in Europa te houden en hen de kans te geven om tot het einde hun onderzoek te voeren”, zegt de Belgische Sophie Beernaerts, hoofd van de Acties. Dit jaar kreeg de 100.000ste onderzoeker een beurs. Talent weten ze in ieder geval te spotten en te ondersteunen, want al 9 MSCA-fellows kregen een Nobelprijs.
Voor de periode 2014-2020 werd er 6,16 miljard euro voorzien, voor zowel doctorandi als voor zeer ervaren onderzoekers uit alle hoeken van de wereld. Want grenzen lijken de wetenschappers niet tegen te houden. Toch is Alena vast van plan terug te keren naar Tsjechië na haar onderzoeksperiode in Genève. Ze wil haar kinderen zien opgroeien in haar geboorteland.