Zelden zal je in Marie Claire een politiek verhaal lezen. Maar de tijden zijn zo woelig dat we Tinneke Beeckman, politiek filosofe, om uitleg vroegen. Onmiddellijk na de aanslagen op Charlie Hebdo, januari 2015, schreef ze een boek over de (on)macht van het kritisch denken*. Ze voelde de opkomst van fake news aan nog voor de term bestond. Het is een vorm van manipulatie die een enorme argwaan creëert en onze democratie doet wankelen.
“Fake news vertekent wat duidelijk zou moeten zijn. Wie betoogde bijvoorbeeld tegen Trump en waarom? Als sommige Amerikaanse politici en media betwijfelen dat miljoenen vrouwen tegen Trump betoogden omdat zij gelijkheid willen, dan weet je niet meer hoe het nu eigenlijk zit. Vrouwen hebben goede redenen om te protesteren. Ze zien de president als een preditor in chief, een roofdier dus, zoals Jane Fonda zegt, en niet als commander in chief.” Tinneke Beeckman pleit vurig voor een zo nauwgezet en eerlijk mogelijke analyse van de feiten. En sociale media bemoeilijken dat. Wantrouwen raast door onze computers en dat creëert een sfeer van angst.
Is angst niet van alle tijden?
“Zeker wel. Het leven is onvoorspelbaar, dat is onvermijdelijk. Mensen zijn dus altijd vatbaar voor dingen die beangstigend zijn. In alle decennia van de twintigste eeuw was er reden tot angst: oorlog, armoede, werkloosheid, terug oorlog. En na de Tweede Wereldoorlog was er de koningskwestie, de schoolstrijd, oorlog in Korea, Vietnam, Algerije… Er was de oliecrisis, de wapenwedloop en de koude oorlog. Mensen zijn gevoelig voor alles wat ze niet kunnen controleren. Denk maar aan ebola, de dolle koeienziekte of genetische manipulatie. Al kan je rationeel zeggen dat het niet nodig is, er zal altijd een vatbaarheid voor angst zijn.”
We zien en horen ook zoveel doemscenario’s
“Media, films en verhalen spelen hierin een belangrijke rol. Je ziet van die films waarin een virus is uitgebroken en plots zit iedereen in quarantaine. Het is eigen aan de mens om horrorscenario’s te bedenken. Maar net de media kunnen de angst ook beperken door perspectief te creëren. Je doet dat door feiten op een rijtje te zetten en te zeggen: ‘kijk, er zijn aanslagen en men moet optreden tegen mensen die te kwader trouw zijn, maar de kans dat je overlijdt aan zo’n aanslag is toch wel heel, heel klein’.”
“Het probleem is dat er veel informatie rondvliegt die helemaal geen degelijke informatie is. Dan wordt het moeilijk om een redelijk perspectief, gebaseerd op feiten, te creëren. Fake news en het feit dat we vandaag in een post-truth society leven, vind ik bijzonder beangstigend.”
Wat is er zo problematisch aan?
“Dat mensen het niet meer belangrijk vinden om waarachtig te zijn. Je moet altijd proberen zo nauwkeurig en oprecht mogelijk informatie te delen, zelfs al zijn je tijd en je middelen beperkt. Flagrante leugens moet je bestrijden. Als je de feitelijkheid loslaat, kom je in een wereld terecht waar iedereen zijn eigen waarheid heeft. Mensen blijven met hun verhaal in hun bubbel leven, waar ze alleen gelijkgestemden ontmoeten die datzelfde verhaal geloven. Zo kom je in een wereld waar de gekste theorieën voor waar kunnen doorgaan.”
“Wanneer beleidsmakers elk in hun eigen realiteit leven, dan heb je geen democratisch debat meer. Als de één zegt: ‘klimaatverandering is echt,’ en Trump zegt ‘neen, er is helemaal geen klimaatverandering, dat is een samenzwering van China’, ja, dan leef je in twee verschillende werelden. Als je geen gedeelde werkelijkheid hebt, dan stopt elk politiek debat over hoe je een probleem kan aanpakken.”
“We hangen heel erg vast aan onze opinies, ook aan die waarvan we weten dat ze misschien niet kloppen. Maar een democratie heeft juist mensen nodig die bereid zijn om dingen te overwegen waartoe ze uit zichzelf niet geneigd zijn. Ik ben erg beducht voor de overschatting van het eigen gelijk. Je ziet dat in Amerika nu in extremis, maar je ziet het ook in Europese landen.”
Het failliet van de politiek?
“De doorgedreven globalisering heeft de macht onzichtbaar gemaakt. Wie beslist echt over politiek? Veel burgers voelen zich machteloos. Ze beseffen dat de politici waarvoor zij gekozen hebben niet meer de touwtjes in handen hebben. En dat zorgt voor een wildgroei aan samenzweringstheorieën, die vooral opduiken op de sociale media.”
“Op Facebook merkte ik enkele jaren geleden al dat mensen de gekste ideeën hebben over de Mossad, de zionistische lobby, over Amerika, en over islamitische samenzweringen in Europa. Waarom onderschrijven redelijke mensen zulke theorieën? Het idee dat niemand verantwoordelijk is voor het wereldgebeuren is moeilijk te geloven.”
Waarom zijn samenzweringstheorieën zo gevaarlijk?
“Samenzweringstheorieën vertrekken van een radicaal vijandsbeeld. De ene groep is zuiver en goed, terwijl een andere groep volstrekt ter kwader trouw handelt. Zo wordt een angstcultuur gekweekt. Zulke theorieën verspreiden de boodschap dat er een verborgen vijand bestaat die jouw integriteit wil aanvallen. Een vijand die wat jij gelooft en waar jij voor staat, bedreigt. Dat kan allerlei vormen aannemen.”
“Voor religieuze fundamentalisten overheerst vandaag decadentie, bandeloosheid door ongelovigen. Voor Trump en Poetin spelen andere verhalen over vijandige groepen. Die theorieën leiden de aandacht af van hun beleid. Zij zijn de oorzaak niet van de maatschappelijke problemen, die liggen elders. Voor de burgers begint een nachtmerrie. Na die brainwashing onderscheiden ze de waarheid niet meer van de fictie en dan verliezen ze hun vrijheid. Als je liegt, maar je beseft niet meer dat je liegt, dan verlies je het perspectief. Dan weet je ook niet meer wie je bent. Dan heb je geen verzet meer.”
Worden mensen politiek avers?
“Ik denk dat mensen zich meer terugplooien op hun eigen privégeluk. Wat telt, is dat zij vrienden hebben, dat zij tijd hebben voor hun familie, dat zij een gezellig huis hebben. Volgens de socioloog Mark Elchardus* denken jongeren ‘met mij gaat het goed, maar de wereld is om zeep’. Ze geloven wel dat ze nog kunnen doen wat ze willen doen. Ze zijn ook bereid om het carrièrestreven wat los te laten en zich te focussen op dat geluk.”
“Maar hoe het met België gaat, met Europa, met de wereld, met het klimaat, de economie, met migratie, enzovoort, daar denken ze weinig grip op te hebben. Ze geloven ook niet dat de door hun verkozen politici dat nog bepalen. Volgens Elchardus zou nog maar één op twee het nut inzien om te gaan stemmen.”
Hebben politieke partijen daar een antwoord op?
“Momenteel nog niet. De globalisering schudt de politieke kaarten door elkaar, waardoor een nieuwe combinatie van politieke ideeën nodig is. Jongeren blijken een links standpunt in te nemen als het gaat over de welvaartsstaat (het behoud van gezondheidszorg, onderwijs,…), maar ze zijn rechts over thema’s als veiligheid en migratie (grenzen bewaken).”
“Jongeren denken dat je meer controle op migratie en veiligheid moet hebben om de welvaart te kunnen behouden. Voor hen zijn die twee onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar er is geen politieke partij die deze combinatie maakt. Dat is misschien één van de redenen waarom ze weinig interesse voor politiek hebben. Dus ja, in dat opzicht zitten we zeker in een overgangsfase. Ik denk dat een aanpassing van de politieke structuren niet lang zal uitblijven.”
Durven we nog risico’s nemen, nu we een beetje angstig rondkijken?
“Misschien bevordert dat gevoel van angst juist het risicogedrag: absoluut niet willen dat alles bij het oude blijft en dus de sprong in het ongewisse wagen. Farage, Boris Johnson, Trump, Le Pen… als je als kiezer inzet op kandidaten die een enorme verandering voorstaan, zonder dat ze de indruk geven die verandering ook daadwerkelijk te kunnen waarmaken, dan neem je enorme risico’s.”
Zijn vrouwen kwetsbaarder in deze tijden?
“Vrouwen zijn kwetsbaarder omdat ze sociaal vaak zwakker staan. Ze zijn gevoeliger voor inkomensongelijkheid, werkloosheid. En vrouwen hebben meer belang bij een echte democratische samenleving die overtuigd is van de gelijkheid tussen man en vrouw. Je merkt dat zodra een democratie wankelt, één van de eerste dingen die sneuvelt precies die gelijkheid tussen man en vrouw is.”
“Om een voorbeeld te geven: in de jaren ’30, toen Hitler en Mussolini aan de macht kwamen, kreeg je meteen het vrouwen-aan-de-haard discours. Vrouwen worden dan gereduceerd tot irrationele wezens die je moeilijk recht op inspraak kan geven. Mannen zijn krachtig en beschermen hen. Naast een bepaalde functie in de familie, mag je van een vrouw eigenlijk geen andere bijdrage verwachten. Ook zo bij godsdienstfundamentalisme, of dat nu christelijk, islamitisch of iets anders is.”
“Een ideologie van ‘het is door god gewild dat vrouwen dit en mannen dat’ maakt vrouwen heel kwetsbaar. Ze hebben meer te verliezen. Dat vrouwenbewegingen terug actief zijn in Amerika is een teken dat je niet zelfgenoegzaam mag zijn over je verwezenlijkingen. Zij geloven in de kracht van mensen samen. Als je samen met anderen iets onderneemt, dan is er nog wel heel veel mogelijk.”
Tinneke Beeckman debatteert over dit thema met de Hongaars-Britse socioloog Frank Furedi op 26 maart tijdens het Passa Porta Festival, www.passaportafestival.be.
1. Tinneke Beeckman, ‘Macht en onmacht, een verkenning van de hedendaagse aanslag op de aanslag op de Verlichting’, 2015.
2. Mark Elchardus, ‘Voorbij het narratief van neergang’, 2015.