Neus Aurelien Guichard over het parfum Ever Bloom, Ginza Flower van Shiseido
Een parfum over de Ginza wijk in Tokyo, een hippe en bruisende plek met veel volk en kunstgallerijen. Parfumeur Aurelien Guichard ging er de sfeer opsnuiven en vatte die samen in een flesje.
Een parfum dat ruikt naar een imaginaire bloem die in de stad Tokyo zou bloeien? De ‘Tokyiote bloem’… dat klinkt erg abstract, hoe begin je daaraan?
Aurelien Guichard: “Meestal denk ik aan een persoon die voor mij het idee van het parfum representeert. Maar in dit geval was het anders aangezien het parfum over een plaats gaat.”
“Ik ben naar Tokyo geweest om er de sfeer op te snuiven. Die probeer ik dan weer te geven door één voor één voor ingrediënten te kiezen die samen passen, net zoals een schrijver zoekt naar de juiste woorden voor het verhaal dat hij wil vertellen.”
“Ik zocht naar lichtheid, bloemen en vrouwelijkheid. Ik wou een parfum dat op een moderne manier spreekt over die vrouwelijkheid, niet het soort barokke cliché waarmee de vrouw vaak in parfums wordt benaderd.”
Met welke ingrediënten deed je dit?
“Ik gebruikte rozenolie van de damascena roos uit Bulgarije, die staat voor mij voor die lichtheid en vrouwelijkheid. Een puur ruikend ingrediënt dat eenvoudig is en complex tegelijkertijd. Ik voegde ylang ylang toe voor sensualiteit, de bloem heeft iets verslavends maar is niet zo zwaar en donker als jasmijn. En oranjebloesem absolu: vrouwelijk, fris, subtiel en complex.”
“Breng dit boeket samen het ruikt vrij traditioneel. Door er drie frisse soorten musk aan toe te voegen, wordt de geur abstracter en krijgt het parfum een lichtheid. Ik wou een sensuele geur maken, maar dat valt moeilijk voor Japanners. Ze haten zoete en gesuikerde parfums.”
“Ook een zwaarte toevoegen, is allesbehalve evident. Het wordt snel als te zwaar en aldus als ‘niet goed’ bevonden. Daarom gebruikte ik een een beetje witte amber voor een zwoele toets. Amber is verslavend maar niet echt zoet of zwaar. Zo krijg je een parfum dat sensueel is maar toch licht blijft.”
Je zegt dat mensen je meestal inspireren, hoe doen ze dat?
“Ze maken me gelukkig! En dat maakt emoties in me los die me begeesteren en inspireren.”
Hoe ziet een doorsnee dag van een parfumeur eruit?
“Ik wil dat elke dag er anders uitziet. Soms blijf ik een lange tijd op bureau zoeken naar ideeën, andere dagen ga ik naar buiten en loop ik rond door de straten van Parijs. En ik bezoek regelmatig de klanten om te horen wat ze willen, die kruisbestuiving levert ook gerichte ideeën op.”
In hoeverre speelt de neus van een neus een grotere rol in het dagelijks leven dan bij anderen?
“Ik geloof niet dat ik beter kan ruiken dan andere mensen of dat mijn neus in mijn dagelijks leven een grotere rol speelt. Ik ben gevoeliger voor de energie en ‘het idee’ van mensen dan voor hun geur.”
Wat zijn de ingrediënten waar je al je hele leven van houdt?
“Ik groeide op tussen de jasmijn- en rozenvelden van mijn grootouders in Grasse. Die ingrediënten komen vaak in mijn parfums voor. Maar ik hou vooral erg veel van oranjebloesem. Het zit niet in al mijn parfums, maar toch in vele.”
Wat wil je op een dag in een flesje kunnen vatten?
“Verlangen. Wat ik me herinner, is dat ik op veertienjarige leeftijd met mijn ouders en hun vrienden ging eten in een brasserie. Ik was verveeld, maar ik was een welopgevoede jongen dus wanneer het gezelschap aanstalten maakte om te vertrekken, veerde ik recht om de jas van een vrouw om haar schouder te leggen.”
“De geur van haar bontjas in combinatie met haar parfum was zo sensueel dat het me volledig van mijn stuk bracht. Plots werd ik me gewaar van de magie en de aantrekkingskracht die een parfum kan opwekken. Ik heb nooit geweten welke geur het was.”
Hoe ben je parfumeur geworden?
“Ik was niet van plan parfumeur te worden. Mijn vader die parfumeur was, nam me toen ik zeven was mee naar een modeshow van Issey Miyake. Toen iemand me achteraf vroeg of ik ook modeontwerper of neus wou worden, zei ik resoluut “Nee, ik wil voetballer worden!”. Ik ben economie, sociologie en politieke wetenschappen gaan studeren in Engeland.”
“Pas door een stage te doen bij Givaudin (parfumschool en huis) in New York, ontstond het idee om zelf parfumeur te worden. Daar heeft iemand me opgepikt. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik de parfumeuropleiding in Parijs mocht starten. Meteen na mijn studies sloot ik me aan bij het Fine Fragrance Team van Givaudin in Parijs. Ik geloof dat de dingen uiteindelijk gebeuren omdat ze bedoeld zijn om te gebeuren. Alles vindt uiteindelijk zijn weg…”
Heb je als zoon van een groot parfumeur extra druk ervaren om aan de hoge verwachtingen te voldoen die je moest inlossen door in zijn voetsporen te treden?
“Ik heb een fantastische vader. Hij is een groot createur maar vooral ook een geweldig persoon. Hij is aardig en is een humanist die gelooft in mensen, wat het makkelijker maakt dan wanneer hij een verschrikkelijk karakter zou hebben. Ik heb nooit druk of enige vorm van competitie ervaren. Of het gevoel dat ik evenveel moest bereiken als hij.”
“Ik probeerde wat ik deed zo goed mogelijk te doen, op mijn eigen manier met mijn eigen creaties. Onze smaken zijn trouwens helemaal verschillend. Ik vind hem een uitstekend parfumeur, ik hou van Eden en van Loulou, maar ik zou ze zelf niet kunnen maken. Zowel onze karakters als onze werkwijzen verschillen. Ze zeggen dat ik meer op mijn moeder lijk.”
Je moeder is een bekend beeldhoudster, onder andere aan het Loevre prijkt een groot beeld van haar hand. Heeft ook zij je beïnvloed?
“Ik hoop het. Ik deel eerder haar impulsiviteit dan de rationele kijk op de dingen van mijn vader. Ik had best ook wel schilder willen worden of zo, dus haar creativiteit heeft me in ieder geval aangestoken.”
Ever Bloom, Ginza Flower van Shiseido, € 57 voor 30 ml.
Parfumeur Anne Flipo over Tubéreuse Hédonie van Roger&Gallet
Vijf grote neuzen kregen voor Roger&Gallet de opdracht de eau de cologne van weleer nieuw leven in te blazen. Resultaat: een parfum dat dezelfde verkwikkende frisheid op een hedendaagse manier benadert.
Hoe werkte je het idee van een moderne eau de cologne uit?
Anne Flipo: “Ik koos ervoor om rond de tuberoos te werken, een bloem met erg veel verschillende facetten. Ze is warm en zinnelijk, maar bevat tegelijkertijd ook sprankelende en frissere noten.”
“Vooral die laatste wilde ik in mijn parfum, dus liet ik mijn eigen tuberoosgrondstof ontwikkelen waarin enkel die frisse eigenschappen van de bloem werden behouden. Die frisheid zette ik extra in de verf door groene noten, jasmijn en synthetisch hout toe te voegen.”
“Verder herken je ook toetsen van bergamot, rode bessen, citrus, hesperiden, witte bloemen en selder. Dat laatste geeft het parfum een persoonlijke en unieke toets. Ik maakte gebruik van een overdosis aan natuurlijke ingrediënten. We hebben gezocht naar echte kwaliteit.”
Wat inspireert je?
“Zoveel! Reizen, mensen, parfums die mensen dragen… Voor dit parfum was het een reis naar Indië die me inspireerde. Ik bezocht er een bloemenmarkt waar de geur hing van kilo’s net geplukte tuberoos. Door haar versheid kwam vooral haar frisse, crèmige en sexy geur me tegemoet. Heerlijk! En ik was vertrokken.”
Wat zijn je favoriete ingrediënten?
“Mijn lievelingsingrediënt is oranjebloesem. Het is complex, sexy en je kan er alle kanten mee uit, zowel voor mannen als voor vrouwen. Niet dat het daarom in al mijn parfums aanwezig is, in deze Roger&Gallet is oranjebloesem niet van de partij. Ook hou ik van de meeste witte bloemen, jasmijn, Indische roos en groene noten. Ik werk verder best goed met fruit en ik leer steeds beter hoe ik kruiden moet beheersen. Dus ik leer nog steeds bij.”
Hoe kies je welke ingrediënten je gebruikt?
“De voorwaarde van de materie die ik gebruik, is dat ze lekker moet ruiken. Ze moet je zinnen prikkelen en karakter hebben. Als het water je in de mond loopt, is dat een prima indicatie. Voor je begint, heb je altijd een soort idee in je hoofd. Daar moet je uiteindelijk terug op uitkomen. Pas dan is de cirkel rond en is je parfum compleet.”
Werd je geboren met een sterke reukzin?
“Ik heb mijn reukzin reeds jong ontwikkeld. In en rondom het huis waar ik woonde waren altijd veel bloemen aanwezig. We hadden een tuinman en ik volgde hem terwijl hij werkte. Hij leerde me alle bloemen kennen. En mijn grootmoeder kookte extreem goed. Zij leerde me een gevoeligheid voor smaken en geuren aan.”
Hoe werd je parfumeur?
“Ik kom niet uit Grasse maar uit de Provence, en ik ben ook niet afkomstig van een familie van parfumeurs. Mijn vader had een snoepwinkel. Ik deed een vakantiejob voor een firma die smaken en geuren ontwikkelde voor de voedingsindustrie. Daar kwam mijn neus goed van pas en leerde ik hem als instrument gebruiken.”
“Het smaakte naar meer, dus ben ik een parfumopleiding begonnen in Versailles, waar ik parfumeurs ontmoette die me de job erg goed hebben aangeleerd. Ik leerde spelen met rauwe materialen en parfumgrondstoffen. Nadien startte ik bij IFF, het parfumhuis waarvoor ik nog steeds werk.”
Is het moeilijker parfumeur te worden als vrouw?
“In een school binnen geraken, was niet moeilijk, maar daarna was de uitdaging eens zo groot. De parfumeriewereld is vooral een mannenwereld. Al telt ze vandaag misschien wel meer vrouwen dan mannen, toch hebben ze het moeilijker. En indien je niet van Grasse komt of van een parfumfamilie is het nog minder evident om bestaansrecht te krijgen als neus.”
“Maar ik ben er geraakt! Ik heb soms het idee dat ik me als vrouw wat mannelijker moet gedragen en letterlijk mijn mannetje moet staan om even serieus genomen te worden. Maar gelukkig zijn er ook vaak blinde selecties waarbij enkel ‘het sap’ telt. Op die manier worden vooroordelen opgeheven en telt enkel de beste creatie, niet de naam of het geslacht.”
Tubéreuse Hédonie, één van de vijf nieuwe geuren van Roger&Gallet, € 30,95 voor 30 ml.
Parfumeurs Dominique Ropion en Sophie Labbé over het parfum Girl Of Now van Elie Saab
Twee neuzen, Dominique Ropion en Sophie Labbé, werden door Elie Saab ingezet om een parfum voor millennials te creëren. Elk hebben ze kinderen uit die doelgroep. Een gesprek over wat hen inspireert en wat hen bracht tot dit resultaat.
Speciaal voor dit parfum werd de Ormond Flower ontwikkeld, wat is er zo speciaal aan dit ingrediënt?
Sophie Labbé: “Het is uniek. Om de grondstof te bekomen, hebben we via een natuurlijk proces twee ingrediënten samen gedestilleerd. Het is een co-destillatie van absolu van oranjebloesem en bittere amandel olie, vandaar ‘or’ van orange blossom en ‘mond’ van ‘almond’. Dit geeft het hart van het parfum zijn unieke karakter.”
En welke andere ingrediënten komen we tegen?
“We voegden geroosterde pistachenoten toe om de amandelgeur meer kracht bij te zetten en nog smakelijker te maken. Het water loopt je haast in de mond wanneer je eraan ruikt. Ook gebruikten we een absolu van tonkaboon. Deze heeft een amandelachtig aroma dat langer houdt dan dat van amandel zelf.”
Wat was de opdracht voor dit parfum?
“Ze wilden een verslavend parfum dat zich vooral richt op de millennials (de generatie geboren na 1984). De eerste sfeer snoven we letterlijk op in het salon van Elie Saab op de Champs-Elysées in Parijs, een universum van vrouwelijkheid en luxe. Daar besloten we rond amandel te werken als hoofdingrediënt, een verslavende bloem. Ze doet je denken aan de subtiele zoetheid van patisserie, niet aan gesuikerde snoep.”
Dominique Ropion: “Voor mijnheer Saab moest oranjebloesem primeren in het parfum. Ook is hij een liefhebber van patchoeli. We gebruikten het destillaat van de oranjebloesems, de neroli. Dat ruikt frisser door haar lichte citrustoets, floraler en sensueel. Ook houdt de geur langer dan die van het oranjebloesemextract.”
Wat inspireert jullie?
Dominique Ropion: “Dat is heel persoonlijk. Alles kan me inspireren. Poëzie inspireert me vaak, of gewoon het leven zelf. Het alledaagse: ontmoetingen met mensen, reizen… Door te ondernemen en om me heen te kijken, neem ik dingen op. Het is niet zo dat ik me voor een schilderij zet en de inspiratie er dan spontaan uitvloeit, maar het roept wel emoties of een sfeer in me op.”
Sophie Labbé: “Ook degusteren op restaurant, winkels die met bloemenboeketten werken, nieuwe ingrediënten die ons worden voorgesteld of de geuren die in ons hoofdkantoor hangen, kunnen helpen.”
Dominique Ropion: “Reizen brengen me veel concrete geurinspiratie. In de lucht of in de natuur spreken geuren altijd meer tot de verbeelding dan wanneer je kennis met ze maakt in een labo. Voor de oranjebloesem, bijvoorbeeld, werden we vooral geïnspireerd door de natuurlijke gewaarwording van de geur in een tuin en niet door een flesje.”
“Maar uiteindelijk vallen we wel terug op de chemische vervaardiging en is het wel het product van het labo waar je mee aan de slag gaat. Dus er komt een erg groot technisch aspect bij kijken. Zo gebruiken we soms zelfs noten die bij anderen afgrijzen opwekken en is het net dat detail dat een parfum vervolledigt. Het is chemie!”
Hebben jullie een muze? Is er een vrouw in jullie hoofd waarvoor de geur werd gecreëerd?
Sophie Labbé: “Wij hadden Bella Hadid voor ogen, voor ons hét boegbeeld van een millennial meisje. Ook hebben we beiden dochters van die leeftijd. Als ik thuis aan het ruiken ben aan enkele stalen komt mijn dochter meekijken en snuffelen. Wat haar bevalt, wil ze aan. Maar ik moet het haar zeker niet proberen opleggen, dat zou het tegenovergestelde effect hebben”. (lacht)
Dominique Ropion: “Ik heb een dochter van 31 en een van 16, vooral de jongste is geïnteresseerd in parfums. Dit parfum viel erg in de smaak. Dan vergelijken ze het met vriendinnen en willen ze nadien allemaal hetzelfde parfum. Ze dragen vooral graag wat in de mode is bij hun entourage op die leeftijd.”
Girl Of Now, Eau de Parfum van Elie Saab, € 58 voor 30 ml.
Parfumeur Camille Goutal over het parfum Tenue Soirée van Annick Goutal
Na de dood van parfumeur Annick Goutal besloot dochter en fotografe Camille het werk van haar moeder voort te zetten. Isabelle Doyen leerde haar het vak en tot op de dag van vandaag werken ze nog steeds samen, onder andere aan dit nieuwe Tenue Soirée parfum.
Wanneer wist je dat je parfumeur wilde worden?
Camille Goutal: “Ik was fotografe. Mijn moeder, Annick Goutal, stierf toen ik 24 was en ik mocht haar labo overnemen. Ik kwam er snel achter dat ik zelf ook een goede neus heb en een hoofd boordevol ideeën. Enkel wist ik niet hoe ik deze in een formule moest gieten.”
“Isabelle Doyen, mijn moeders assistente, vriendin en zakenpartner, leerde me de grondstoffen kennen en geuren samenstellen.”
“Ik werk nog steeds met haar. We zijn een geweldig team. We voelen en vullen elkaar perfect aan. Ik weet niet of ik parfumeur zou geworden zijn indien mijn moeder niet was gestorven.”
Hoe was het om in de voetsporen van je moeder te treden? Heb je het ooit als een druk ervaren om aan een soort verwachtingspatroon te moeten voldoen?
“Het is nooit een probleem geweest. Ik vergelijk me niet met mijn moeder. We waren erg verschillend, al werken we wel min of meer op dezelfde manier. Ik probeer mijn werk zo goed mogelijk te doen en ik hou ervan, dat is het belangrijkste. En die druk? Die leg ik vooral mezelf op. Die zou ik overal ervaren, als kok of schilder zou het niet anders zijn.”
Voel je je nog in contact met je moeder op een of andere manier?
“Het is niet dat ik haar niet voel. Ik denk voortdurend aan haar, maar dan als moeder, niet als parfumeur. Ze is overal. In mijn persoonlijk leven, in mijn familie… ik zie haar in mijn dochter. Maar de paradox is dat ik niet aan haar denk wanneer ik werk, omdat ik mijn eigen ding wil doen en daar de nodige ruimte voor nodig heb. Ze was een erg aanwezig persoon, streng maar ook lief en genereus. Een goede moeder die me ook altijd de ruimte gaf die ik nodig had om mezelf te ontplooien.“
Was je je als kind meer bewust van geuren?
“Ik denk het wel, al heb ik me dat pas gerealiseerd toen ik in de parfumindustrie terechtkwam. Ik was me over het algemeen meer bewust van alles wat me omringde. Dat heb ik voor een groot deel aan mijn vader te danken, die schilder was. Ik groeide op in Parijs maar mijn vader haatte de stad, nog steeds trouwens. Elke gelegenheid die hij zag, nam hij me mee naar het platteland en naar de zee. Wanneer ik uit school kwam, nam hij me mee uit vissen dus mijn huiswerk was nooit gemaakt!”
Is die natuur voor jou een grote inspiratiebron?
“Ja! Hoe meer ik rond me kijk en hoe ouder ik word, hoe meer ik erdoor gefascineerd ben en besef hoe kostbaar het leven en de natuur wel zijn. Maar wanneer je zoekt naar inspiratie vind je die meestal niet. Het is meer iets dat je onverwacht treft en net dat maakt het magisch. Opeens word je iets gewaar dat je betovert.”
“Die atmosfeer probeer ik dan na te creëren. We hebben allemaal universele herinneringen. Vakantie associëren we met te de geur van de zee, zon, zonnecrème… geuren die iedereen herkent. Als je die sfeer kan bottelen, spreek je daar ook iedereen mee aan.”
Ik veronderstel dat je niet zomaar een flesje met een label ‘zee’ uit het rek kan nemen? Hoe maak je dan een parfum dat die sfeer oproept?
“De zee zou een ingrediënt zijn, net zoals een bloem is die vrij concreet en eenvoudig te reproduceren. Er bestaan verschillende ‘zee’ moleculen, maar hiermee heb je nog lang geen parfum. Je vult dit aan met ingrediënten die het plaatje vervolledigen en ook de juiste associaties oproepen. Die juiste balans en ingrediënten vinden, is het moeilijke gedeelte.”
Maak je een onderscheid tussen natuurlijke en synthetische ingrediënten?
“Ik hou van beide. Wanneer je synthetische grondstoffen met een kleurenpalet van een schilder zou vergelijken, heb je meer kleuren voorhanden. Een synthetische rozengeur, bijvoorbeeld, benadert de geur van een roos soms meer dan een natuurlijk rozenabsolu. Natuurlijk ingrediënten zijn voller, hebben meer facetten en moleculen, en hun geuren ontwikkelen zich nog op de huid nadien. Ik zal altijd een echte roos verkiezen boven een synthetische.”
“Maar sommige geuren komen niet voor in de natuur en dan komen de synthetische producten goed van pas. Ze kunnen de natuur voor mij niet vervangen maar wel aanvullen.”
Tenue Soirée van Annick Goutal, €138 bij Senteurs D’Ailleurs in Brussel.