Eerder verschenen in Marie Claire België – augustus 2016
Chris Kraus. Het zegt je hoogstwaarschijnlijk niets. De weinig succesvolle actrice-regisseur schreef in 1997 haar plotse verliefdheid neer in de vorm van brieven. I Love Dick polariseerde het besloten kringetje van Amerikaanse kunstenaars. Marie Claire sprak met haar in het literatuurhuis Passa Porta over feminisme, relaties en intellectualisme.
In je boek, ‘I Love Dick’, lijkt het alsof de realiteit de fictie heeft ingehaald…
Chris Kraus: “Het is allemaal precies zo gebeurd zoals het in mijn boek staat. Samen met mijn man, Sylvère, zaten we te dineren bij zijn collega-academicus-vriend, Dick. Ik interpreteerde zijn steelse blikken naar mij als een verleidingsmanoeuvre en werd prompt tot over mijn oren verliefd. De enige manier om dit op te lossen, was hem een brief te schrijven, leek me. Ik was niet eens van plan om die brief op te sturen. Van de ene brief kwam de andere. Ook Sylvère begon brieven te schrijven. Vijf weken later hadden we een stapel van 200 brieven. We noemden het gebeuren ‘the project’. Pas maanden later, nadat ik een nacht met Dick doorgebracht had, Sylvère verlaten had en naar het platteland was verhuisd, veranderden die brieven in essays. Toen realiseerde ik me pas dat ik effectief een boek aan het schrijven was.”
Je schrijft bijzonder eerlijk in een heldere stijl…
“Eerlijkheid is een zeer bijzondere kwaliteit. Mensen moeten zich soms beschermen voor de andere en kunnen daarom niet eerlijk zijn. Daarbij, mochten mensen 24 op 7 totaal eerlijk zijn, dan gebeurde er helemaal niets meer! Zoveel van wat er tussen mensen gebeurt, wordt verdraaid of blijft verstopt. Maar in de literatuur hoor je het ware verhaal. Een boek vertelt je wat mensen écht voelen en denken. Kunst zoekt naar de waarheid. Eerlijkheid is het allermooiste aspect van literatuur. En mijn stijl, ja die lijkt bedrieglijk eenvoudig, maar ik heb er hard aan gewerkt!”
‘I Love Dick’ werd controversieel. Was je te eerlijk?
“Ik kon niet anders. Ik denk wel dat het vertellen over privé-aangelegenheden in die tijd nog taboe was. Daarom was het polariserend. In 1997 heerste er nog een soort patriarchale geheimhoudingscode: je hoorde niet te vertellen wat er binnenskamers gebeurde, ook niet als het over jezelf ging. Dat is waarschijnlijk de voornaamste reden waarom het boek insloeg bij jonge feministes: die hebben lak aan privacy-issues. En het boek lijkt dat te propageren. Ik had er geen idee van dat mijn relaas grensoverschrijdend zou zijn. Ik zag het meer als een onderzoek. Dus ik was verrast door de controverse. Zozeer zelfs, dat ik er blij van werd!”
Was je bewust een feministisch boek aan het schrijven?
“Ongeveer in het midden van het boek, had ik me heel erg verdiept in feministische boeken. Hoe kwam het dat ik niets meer hoorde van de feministen uit de jaren ’60? Ik vond het erg dat ze geen stem meer hadden in onze samenleving. Ze waren belachelijk gemaakt en ondertussen waren ze ook dement geworden, met pensioen of ze leefden teruggetrokken. Ik wou ze rehabiliteren. Dus las ik er boeken van en ging ik er ook een paar opzoeken. Maar ze waren zo verbitterd en verwelkomden me totaal niet. Ze gaven me zelfs het gevoel dat ik een beetje dom was. Ik was het wel gewoon om betutteld te worden, maar dit had ik niet verwacht. Ach, het is een klassiek gegeven. Ze kijken naar jongere vrouwen en denken ‘Oh, ze zijn zoveel beter af dan wij vroeger’, net zoals ouder wordende rocksterren.”
Queen B’s die het moeilijk hebben met succesvolle vrouwen…
“Dat is nog een reden waarom jonge vrouwen dit boek leuk vinden. Gevoelsmatig ben ik erg inclusief voor andere vrouwen en dat was wat ongewoon op het moment dat het boek verscheen. Maar toen het werd heruitgebracht in 2006, was de waardeschaal helemaal veranderd. Vrouwen steunden elkaars werk, schreven elkaar, zetten elkaars boeken op hun favorietenlijstje,…”
Is dat het feminisme van vandaag: “Wij, niet ik”?
“Je kan dat woord niet meer in het enkelvoud gebruiken. Er zijn veel feminismes. Door nu op tournee te zijn, merk ik dat het begrip zelfs verschilt van land tot land. Het kan gaan over empowerment of over zelfbeeld, maar het kan evengoed weggeduwd worden als iets wat voorbijgestreefd is. Ik hou van de gedachte van de tweede golf feministes die de waarden in de wereld wilden herbekijken. En onlangs zat ik in het vliegtuig met een paar eco-feministes, daar was ik ook wel van onder de indruk. De laatste vijf of tien jaar komt daar nog het hele genderdebat bij. Mensen zien gender niet meer als een strikte identificatie, het is vloeiend geworden: transgender, lesbisch, homo, bisexueel – er zijn zoveel vormen van mannelijke vrouwelijkheid.”
Jouw man, Sylvère Lotringer, professor aan Columbia University, gaat aan het begin van het boek helemaal mee op in het schrijven van liefdesbrieven naar Dick. Beetje vrouwelijk van hem?
“Dat heeft meer te maken met zijn verleden. Hij overleefde als kind de nazi-kampen. Een mens die niet zo’n traumatische ervaring heeft gehad, zou waarschijnlijk niet zo gretig brieven naar de minnaar van zijn vrouw geschreven hebben. (lacht) In dit deel vallen man en vrouw helemaal samen in het koppel, maar het idee dat in een koppel alles samen moet gebeuren, is niet nodig, denk ik. Er is een slechte vorm van alleen zijn in een relatie, dat is wanneer je je verlaten voelt, maar er is ook een positieve vorm, die wanneer je ruimte krijgt. Zelf kon ik pas écht diep graven toen ik Sylvère verlaten had. Ik zie een relatie meer als een venndiagram: ieder heeft zijn eigen plekje en soms doe je dingen samen. Hij heeft me enorm aangemoedigd bij het schrijven van dit boek. Zonder hem was dit boek er nooit geweest. Ik ben hem bijzonder dankbaar.”
Je mixt een puberale verliefdheid met diep-filosofische reflecties…
“Ik moest daar niet eens moeite voor doen! (lacht uitbundig) Er is een enorme reikwijdte in het denkvermogen: je kan een intellectueel zijn en tegelijk heel simpele menselijke gevoelens hebben. We denken wel allemaal een beetje zo, maar soms vergeet je hoe je die simpele gevoelens op een heel directe manier moet uitdrukken. Het hoofdpersonage Chris Kraus is 39 en krijgt die belachelijk puberale crush. Ze besluit heel bewust terug te gaan zoeken naar de stress en de gevoelens die ze daarbij had als adolescent, maar met een maturiteit en kennis die later komen.”
Je noemt jezelf een non-intellectueel, maar Sylvère zegt in ‘I Love Dick’ dat je ongewoon gecultiveerd bent. Wat is het nu?
“In die tijd hing ik rond met Sylvère en zijn intellectuele vrienden uit Frankrijk. Die waren erg snobistisch en erg precies over de definitie van een intellectueel. Zij vormden een zeer gesloten wereld, eentje die met uitsterven bedreigd was en wisten dat zeer goed. Ik paste zeker niet in hun definitie van intellectueel! Dus ik voelde me ook niet zo, maar ik verdiepte me graag in kennis en dacht veel na. Het is waar dat een intellectueel leven steeds minder naar waarde wordt geschat.”
Vind je dat jammer?
“Ik vind het jammer dat veel jongeren steeds minder en minder referenties kennen, minder kennis van context en geschiedenis. Want zo verliezen we de zin voor continuïteit en de zijdelingse associaties van ideeën doorheen de tijd. Daarin verschil ik misschien met anderen. Wanneer ik een schrijver ontdek, dan ga ik er letterlijk àlles van lezen, tot en met de dagboeken. Ik vind het reuzespannend om research te doen, om op jacht te zijn naar iets. Want al die werken geven mij een sleuteltje waarmee ik de puzzel van mijn leven kan ontcijferen. Ik begrijp door dingen te lezen meer over mezelf, hoe ik denk, wat ik belangrijk vind, maar ook dat de wereld groter is dan mijn leven. Zo wordt de research die van buiten komt ineens een zoektocht naar mezelf. Ik wil diep gaan.”
Toch dragen jonge mensen je op handen…
“Dat is heerlijk. Ik kan makkelijk praten met hen. We hebben gelijke interesses. Eigenlijk werd mijn werk in het begin vooral in de kunstwereld gelezen, niet zozeer in de literaire wereld. En dat betekende dat het boek haast noodzakelijkerwijs door jonge mensen werd gelezen, zij zijn de meest actieven in de kunstwereld. Ik hunkerde naar wat aandacht van mijn leeftijdgenoten die hun werk voorlazen aan andere schrijvers van middelbare leeftijd. Ik was zo jaloers. Ik dacht ‘namen ze mij toch ook maar eens au sérieux’. Maar nu denk ik dat dat dat misschien niet zo geweldig zou zijn. Tenslotte kan ik mezelf gewoon niet zo ernstig nemen. Ik vind het trouwens een beetje pijnlijk dat mensen die ouder en nostalgisch worden, zichzelf als een ‘instituut’ zien. Daar heb ik totaal geen last van.” (lacht nog uitbundiger)
Heeft leeftijd een effect op je ideeën?
“Ik weet niet of het leeftijd is of gewoon tijd, maar natuurlijk veranderen je ideeën. Het leven zou saai zijn, mocht je hetzelfde denken op je twintigste als op je veertigste als op je zestigste. Het zijn je levenservaringen die je van gedachten doen veranderen. Ze worden niet meteen conservatiever, dat is een cliché. Toen ik I love Dick schreef, dacht ik dat niemand mijn boek zou lezen en soms deed ik niet eens de moeite om de namen te veranderen. Daarna moest ik hen gaan opzoeken om me te excuseren. Ik begon dus te schrijven vanuit een outsiderspositie. Nu zijn we 17 jaar later en ben ik geen buitenstaander meer. Mijn boek wordt nu vertaald en ik krijg allerlei fijne uitnodigingen om over kunst en literatuur te komen spreken. Het zou onoprecht zijn om nog de onbekende punker te spelen. Ik kan evengoed mijn positie aanvaarden en van daaruit verder werken. Het is een leuke positie.”
Heeft ‘I Love Dick’ een boodschap?
“Ik heb er geen persoonlijke boodschap mee. De impliciete boodschap voor vele lezers is er eentje van de kans. Het echte verhaal is niet het verhaal van het personage Chris en haar romance met het personage Dick. Het echte verhaal is dat van iemand die schrijfster wordt, die haar eigen identiteit claimt en een taal voor zichzelf opeist. En ik denk dat sommige mensen het zelfs lezen als een zelfhulpboek.”
Heeft er ooit iemand naar jou een liefdesbrief gestuurd?
“Als je diep genoeg graaft online, dan kom je een pdf-document van een groep anarchistische holebi’s tegen: Kiss me, rape me, fuck me. Letters to Chris Kraus. (weer die lach) Dick schreef nooit terug, maar ik heb hen teruggeschreven – hoe zou ik dat niet hebben kunnen doen. Dick was such a dick, I couldn’t be a dick.”
‘I Love Dick’ van Chris Kraus. Nederlandse vertaling, Lebowski – Franse vertaling, Flammarion.