Elk jaar opnieuw weet het festival me te beroeren. Ik kom er immers al van toen ik nog een klein meisje was, aan de hand van mijn vader. Reeds als kind spraken de dichtregels tot mijn verbeelding. Ik hoor tot op de dag van vandaag de woorden van Nolens klinken, van mijn lievelingsgedicht Krop dat ik daar leerde kennen. Of van Remco Campert, die me aan de hand van een hoofdtelefoon de mooie woorden van Bandrecordereenvoudig influisterde.
Dit jaar is het festival aan zijn 37ste editie toe en die gaat ‘Over alleenigheid en ondraaglijke eenzaamheid’. Een tegenreactie op de leegte die we de dag van vandaag proberen op te vullen met sociale media waardoor er een diepere verbondenheid verloren gaat en we een gebrek krijgen aan aandacht voor datgene wat echt telt.
Nooit eerder beschikte een mens over zoveel communicatiemiddelen om verbonden te blijven met anderen en toch is de afstand tussen mensen groter dan ooit. Met een reeks zorgvuldig geselecteerde kunstwerken en poëzie probeert Watou nu onze aandacht te trekken en ons even te doen stilstaan bij de kwestie.
Wees bij een bezoek aan Kunstenfestival Watou dus bereid op verwondering. Verwondering bij elk kunstwerk dat je ziet en elk gedicht dat je hoort, maar ook bij de wandeling zelf, tijdens welke de halteplaatsen je van de ene verrassing in de volgende doen tuimelen.
Wat je qua kunstwerken mag verwachten? Veel! Maar bij deze alvast enkele persoonlijke favorieten die je bij een bezoek zeker niet mag overslaan.
De Spermatozoïdes van Emilie Faïf in het klooster is een installatie waarbij er door de hele ruimte grote zaadcellen zweven die uitkomen bij een geschreven blad vol met het doorstreepte woord ‘you’. Eéntje blijft echter staan, voor de uitverkorene….
Wie dan toch in het klooster passeert, kan ook een blik werpen op If Eyes Could Speak, een werk van mezelf dat gaat over het onzegbare van woorden en hoeveel meer één blik je kan vertellen.
Erg sprekend zijn ook de beelden van de jonge kunstenares Edith Ronse. Zo staat in het parochiehuis een torso van een figuur die zich laat hangen. Het werk straalt vermoeidheid, gelatenheid en een soort diep verdriet uit. Een houding die je aangrijpt en waar je naar kan blijven kijken.
In de graanschuur word je verrast door een gat in de muur. Kijk je erdoor, dan zie je een ruimte waarin een koppel met de rug naar elkaar gedraaid zit, elk op een apart eenpersoonsbed. Dit kunstwerk van Katrin Dekoninck symboliseert op veelzeggende wijze de afstand die er kan zijn tussen twee personen die worden geacht erg dicht verbonden te zijn.
In dezelfde schuur hangen ook twee verweerde, in elkaar verstrengelde armen. Twee mensen die elkaars hand vasthouden en tot in de eeuwigheid lijken te willen verbonden blijven met elkaar. Een werk van Daniël Arsham, geïnspireerd op beelden en gipsafdrukken van de slachtoffers uit Pompeï.
In de Rode Hoed is een werk te zien van Lucy Glendinning, Feather Child. Een kind in foetushouding, maar met een vacht die doet denken aan een kuiken. Erg aandoenlijk. De broosheid van de veren weerspiegelt het verhaal van Icarus en stelt in vraag hoe ver de mensheid vooruit kan gaan voordat alles uit elkaar valt.
Verder is de Doeviehoeve erg de moeite. Hier dansen lange gewaden als een mobiel in het rond en slepen ze onderaan een rood bloedspoor achter zich aan. Een eeuwigdurende dans die fascinerend, poëtisch en gruwelijk is om naar te kijken. Dit werk van Javier Pérez is een metafoor voor onze zoektocht naar verbondenheid en de daaruit voortvloeiende eenzaamheid.
Wat je zeker ook zal bijblijven, is de film van Floris Kaayk die in de Doeviehoeve wordt afgespeeld. Het toont hoe een eenling kan aanzetten tot een massale beweging. Indrukwekkend hoe de energie van deze beelden afspat!
Kunstenfestival Watou, nog tot 3 september van woensdag tot zondag en op feestdagen, 11u tot 19u. Kinderen tot 12 jaar mogen gratis binnen en er is ook een speciaal kinderparcours. Meer info op www.kunstenfestivalwatou.be.