“Mijn man en ik zien elkaar doodgraag, al vijftien jaar intussen”, vertelt Charlotte (33). “Maar we kunnen ook heel fel ruziemaken. Zeker in het begin van onze relatie ging het er soms heftig aan toe. Dan stonden we aan de deur van zijn studentenkot en vroeg ik of we elkaar diezelfde avond opnieuw zouden zien. Als het antwoord nee was, omdat hij bijvoorbeeld op stap wilde met vrienden, kwam daar vaak ruzie van. Soms stonden we te roepen op straat. (lacht) Erg gênant, zeker als er net bekenden voorbijkwamen. Gelukkig konden we het altijd snel bijleggen. Al denk ik toch dat bepaalde vrienden ervan overtuigd waren dat wij het niet lang zouden uithouden. Maar kijk: intussen zijn er twee kinderen en zijn we gelukkig getrouwd.”
Al maken ze nog geregeld ruzie, geeft ze toe. “Elke dag hebben we wel een of ander meningsverschil. Meestal gaat het over kleine dingetjes: de een die niet opgeruimd heeft, de ander die tijdens het eten op z’n smartphone zit te tokkelen, de driftbuien van onze kinderen en hoe we die het beste aanpakken… Maar we hebben één regel: nooit boos de deur uitgaan.
Tegenwoordig leggen we het altijd snel bij. En die vrienden van toen, die soms aan ons twijfelden? Die moeten gewoon hard lachen als we in hun bijzijn nog eens ruziën. Ze weten intussen dat het wel goed komt.”
Lees ook: Doodmoe, prikkelbaar en uit balans: wat is een parental burn-out en kan je er iets aan doen?
312 keer per jaar ruziemaken
Charlotte en haar man zijn niet de enigen die vaak ruziemaken. Britse onderzoekers rekenden uit dat een koppel gemiddeld 312 keer per jaar ruziemaakt, meestal op donderdag om 20u. En dat het bijna altijd over futiliteiten gaat: de wc-bril die omhoog blijft staan, naar welk tv-programma er gekeken wordt, vuile was die rondslingert.
Het zal vast herkenbaar zijn voor veel lezers. Al zijn er ook huishoudens waar amper of nooit een kwaad woord valt. En ook daar hebben we een mening over: nooit ruziemaken, dat kan toch niet gezond zijn?
“Op zich kan je niet zeggen wat er nu ‘goed’ of ‘slecht’ is”, zegt seksuologe en relatiedeskundige Rika Ponnet. “Je hoeft geen ruzie te maken om een goede relatie te hebben. Zolang mensen maar erkennen dat er verschillen zijn. Want die zijn onvermijdelijk in een relatie: je zal nooit twee mensen vinden die op elk gebied precies dezelfde verwachtingen hebben. Maar of die verschillen nu uitgeklaard worden met rustige gesprekken of met hevige ruzies, dat maakt op zich niet uit. Zolang er op het einde maar een compromis wordt gevonden, want dat brengt een koppel dichter bij elkaar. In die zin kan een stevige ruzie die goed bijgelegd wordt, heel versterkend zijn voor de intimiteit. Terwijl koppels die elk verschil ontwijken en ontkennen, daar meestal een tekort aan hebben.”
Waar gáát dit over?
Maar als er constant conflicten zijn over van alles en nog wat, is dat toch ook een teken aan de wand, weet Ponnet.
“Meestal schuilen daar diepere emotionele problemen en frustraties achter. In de kern draaien zulke ruzies altijd om twee thema’s: autonomie en betrokkenheid. Je bent er te weinig voor mij, of je eist mij te veel op. Onlangs had ik nog een sessie met zo’n koppel. De vrouw vertelde dat ze het niet leuk vindt als ze samen met vrienden op stap gaan, omdat haar man dan altijd veel drinkt.
Tijdens hun laatste uitje was het weer zover: hij stond aan de toog met maten, zij stond op de dansvloer. En ze werd benaderd door een andere man die haar probeerde te versieren. Haar man had niet gereageerd, hij had er zelfs nauwelijks iets van gemerkt. Zij verweet hem dat het hem allemaal niets kon schelen. Een heel directe aanval. Waarop hij meteen in de verdediging schoot: mag ik dan nooit een pintje drinken? Zij begon te huilen en hij begreep er niets van: kan ik dan niets goed doen? Terwijl die vrouw eigenlijk iets helemaal anders bedoelde: ze wilde graag dat hij even bij haar kwam staan toen die andere man haar wilde versieren. Dat hij toonde dat hij haar graag ziet. Dat gaat dus over die diepe nood aan betrokkenheid.”
Vechten of vluchten
Bij het ruziemaken zijn er twee ‘basisstrategieën’, gaat Ponnet verder.
“Ruzie opzoeken en ruzie vermijden. In elk koppel zijn de twee posities aanwezig: de ene partner is meer geneigd om ruzie te zoeken, terwijl de andere daarvan wegloopt – letterlijk of figuurlijk. Zolang dat in balans blijft, is er geen probleem. Maar soms kan het potje van de ‘vermijder’ overkoken en slaat hij keihard terug. Zo’n onverwachte aanval kan heel kwetsend overkomen. En als zulke zware conflicten vaak terugkeren, geven beide partijen het na verloop van tijd op. Dat is meestal het begin van het einde.”
Een goede relatie is als een dans, zegt Ponnet. “Het kan een heel harmonieuze wals zijn, of een spel van aantrekken en afstoten. Maar als iedereen de dansvloer verlaat, is het feest voorbij.”
Het is belangrijk om je bewust te worden van je eigen ‘ruziestrategie’, weet Ponnet. “Typische vermijders moeten leren dat het belangrijk is om hun frustraties te uiten, omdat dat een relatie kan verdiepen en versterken. En de ruziezoekers moeten beseffen dat het soms beter is om zaken te laten rusten, of ze minder aanvallend te formuleren. Wie altijd klaagt en zaagt, stoot de ander af.”
Vrouwen praten en mannen klappen dicht
Het is een cliché, maar in de praktijk blijkt het wel vaak te kloppen: vrouwen praten (of ‘zagen’, zo je wilt) en mannen klappen dicht.
Dat merkt ook relatietherapeute Annik Couwberghs. “Ik merk dat vrouwen vaker de behoefte hebben om te praten, terwijl mannen eerder voorstander zijn van praktische oplossingen. Een tijdje geleden zat er nog zo’n koppel bij mij in de spreekkamer. De vrouw was ongelukkig omdat ze alles alleen moest doen in het huishouden, ze was helemaal op en zag het niet meer zitten.
Haar man zag het probleem niet: hij had toch al vaak gezegd dat ze een poetshulp moesten vragen? Terwijl die vrouw gewoon erkenning zocht, en misschien af en toe wat hulp. Of nog een voorbeeld: een vrouw die klaagt over problemen op het werk en haar man die vindt dat ze dan maar ander werk moet zoeken. Terwijl die vrouw gewoon nood heeft aan een uitlaatklep, een goed gesprek. Door zulke zaken in therapie uit te leggen, leren partners dat ze nu eenmaal verschillend zijn en dat ze meer rekening moeten houden met elkaars gevoelens.”
Er hangt nog altijd een taboe rond relatietherapie, maar zeker bij jonge mensen is dat stilaan aan het verdwijnen, merkt Couwberghs. “En maar goed ook, want het kan koppels goed en snel helpen. Als ze op tijd komen, wanneer de ruzies nog niet geëscaleerd zijn in diepe verbittering, kan er vaak in enkele sessies al heel wat bijgestuurd worden. Vaak zijn dat jonge dertigers die in een heel stresserende periode zitten: verbouwingen, jonge kinderen, twee carrières. Wanneer het koppel een goede basis heeft, overbruggen ze deze periode wel. Terwijl ik soms ook koppels zie bij wie de energie al volledig op is. Dat vind ik zo jammer: als zij enkele jaren eerder waren gekomen, dan had hun relatie het misschien wel kunnen overleven.
Bij relatietherapie draait het vooral om bewustzijn, vertelt Couwberghs. “Wat schuilt er achter die discussies? Vaak gaat het om erkenning krijgen, gezien worden, wie heeft het voor het zeggen in de relatie? Dit in combinatie met verschillende achtergronden, opvoedingsstijlen vanuit het gezin van herkomst, vraagt om afstemming en vooral communicatie binnen het koppel. Wat voor de één vanzelfsprekend is, is dat niet voor de ander.”
Ik Tom, jij Jerry
Tijdens de relatietherapie leren koppels technieken om beter met ruzies om te gaan, legt Couwberghs uit. “We spreken bijvoorbeeld een stopteken af, voor wanneer een discussie dreigt te escaleren. Ook ik moet tijdens de therapie trouwens vaak ‘stop’ zeggen. (glimlacht) Dan haal ik er soms kleine poppetjes bij, waarmee
ik toon hoe ze ruziemaken. De een zegt dit, de ander dat. Maar waarom zeggen ze die dingen? Welke behoefte zit erachter? Vaak merk je dan dat de partner helemaal niet op de hoogte is van die behoefte. Ze gaan zo op in conflicten, dat ze niet meer stilstaan bij elkaars wensen en verlan- gens.” Er is ook een heel eenvoudige oefening die Couwberghs vaak meegeeft als huiswerk. “Plan elke dag een vast, rustig moment in voor een gesprek. Doe dat niet tussen de soep en de patatten, maar liefst ’s avonds, als de kinderen in bed liggen. De ene kan dan over zijn dag ver- tellen, terwijl de andere luistert. En daarna om- gekeerd. Veel koppels moeten echt weer leren luisteren naar elkaar.”
Scheiding
Helaas lukt dat niet altijd, en dan leidt het vaak tot een scheiding. Anouk Moors is erkend bemiddelaar in familiezaken en krijgt veel koppels over de vloer die geen uitweg meer zien. “Elk koppel maakt ruzie. Maar meestal eindigen zulke conflicten met een verzoening en volgt er nadien een periode van (relatieve) rust en vrede en hebben die ruzies voor een verdieping in de relatie gezorgd. Pas wanneer er erg destructieve spiralen ontstaan die blijven duren, is het einde in zicht.”
Moors ziet twee soorten ‘spiralen’ die vaak opduiken. “Er zijn koppels die zichzelf verliezen in wederzijdse verwijten, wat heel uitputtend werkt. En het ergste is dat die verwijten vaak ook na de scheiding blijven opduiken, terwijl mensen hopen om er dan een punt achter te zetten.” Maar de tweede spiraal is zo mogelijk nog uitputtender, zegt Moors. “De ene partner blijft constant verbinding en aanklamping zoeken, terwijl de andere zich altijd terugtrekt. Dat noemen we ‘Tom & Jerry’. Een heel verstikkend proces. Meestal eindigt dat in totale eenzaamheid, omdat ook de aanklamper het opgeeft.”
Ook Moors pleit voor relatietherapie. “Als mensen ervoor zouden kiezen om zich in een vroeger stadium te laten ondersteunen, zou dat veel scheidingen kunnen voorkomen. Of toch tenminste beter laten verlopen. Ik denk echt dat heel wat koppels kunnen leren ruziemaken. Maar eenmaal ze bij mij belanden, is het meestal te laat. Dan proberen we vooral om die negatieve spiraal na de scheiding te beëindigen. Als er een vorm van berusting ontstaat, mogen we eigenlijk al tevreden zijn. Want bij een scheiding is er nog een extra hindernis: de (ex-)partners hebben ‘supporters’ rond zich. Op zich is het goed dat zij steun bieden, maar meestal veroordelen ze de andere partner. En ook dat leidt vaak tot een escalatie.”
Lees ook: Dit effect heeft het drinken van alcohol op je seksleven.
Waar de kinderen bij zijn
En dan is er nog een heikel thema waar veel mensen het moeilijk mee hebben: mag je wel ruziemaken waar de kinderen bij zijn? “Dat is inderdaad bijna een taboe geworden”, weet Rika Ponnet. “Terwijl het net belangrijk is dat kinderen hun ouders zien ruziemaken. Ze mogen gerust weten dat een relatie niet altijd rozengeur en maneschijn is, anders raken ze later toch maar teleurgesteld.
Ook in conflict gaan met je kinderen is trouwens steeds meer een taboe geworden. Veel ouders willen hun kinderen constant pleasen, ze zijn bang voor ruzies. Terwijl het goed is om af en toe boos te zijn op je kinderen, en het nadien weer bij te leggen. Zo leren ze dat conflicten er mogen zijn, maar dat die niets hoeven te veranderen aan een relatie. Ondanks zo’n ruzie is de liefde nog altijd even groot. Trouwens: ook broers en zussen onderling mogen gerust ruziemaken. Veel ouders proberen dat meteen te stoppen, maar het kan geen kwaad om hen af en toe te laten doen. Dan vinden ze zelf een oplossing, wat een heel leerrijk proces is.”
Ten slotte nog één troost, voor al die koppels die 312 keer per jaar met elkaar in de clinch gaan en dat af en toe toch erg vermoeiend vinden: meestal wordt het beter met ouder worden. “Ruziemaken verloopt in fases”, zegt Ponnet. “Tijdens de eerste verliefdheid gebeurt het meestal weinig, maar vanaf het vijfde relatiejaar ontstaan er gemiddeld meer ruzies. Dat valt simpel te verklaren: meestal is dat een stresserende periode, met jonge kinderen, carrière, verhuizen… Daarna is er weer wat meer rust.
Transitiemomenten zijn altijd het moeilijkst: kinderen in de puberteit, op pensioen gaan… Koppels die dat allemaal overleven, hebben meestal een rustige oude dag. Met de jaren word je vanzelf wat milder, en is er ook minder om je over op te winden. Al kan het natuurlijk ook zijn dat al je energie tegen dan gewoon opgebruikt is.” (lacht)