“Kleuren werken heel visueel en psychologisch. Ze spelen in op ons gemoed”, weet Sarah Van Looy als fotograaf maar al te goed. “Tegelijk blijken ze erg schadelijk te zijn. Die combinatie zette ons aan om te onderzoeken of pioniers, die vaak nog erg jong zijn, het verfprocedé voor kleding kunnen verduurzamen. Sommigen gebruiken organisch afval, zoals appelschillen, of planten zoals vroeger. Anderen maken gebruik van bacteriën, schimmels en micro-algen.”
“In productielanden in het Globale Zuiden zien we dat rivieren soms de kleur aannemen die op dat moment ‘in de mode’ is”, zegt journalist Sarah Vandoorne. Zij bezocht eerder al enkele kledingfabrieken gelegen rond de meest vervuilde rivier ter wereld, de Citarum rivier in Indonesië.
Expo ‘Kleur Bekennen’
Uit onderzoek blijkt dat voor één katoenen T-shirt 150 gram chemicaliën nodig zijn, die een grote kans hebben om in lokale waterlopen terecht te komen. Dat gebeurt bovendien niet alleen aan de andere kant van de wereld, maar ook in eigen land. “Ik denk spontaan aan de PFOS-vervuiling die aangetroffen werd in de beek achter de textielfabriek in Ronse”, vertelt Sarah Vandoorne.
Nadat de twee Sarah’s op onderzoek gingen in Haspengouw, Groningen en Londen om er grondstoffen te vinden en ontwerpers te ontmoeten, voegen ze al wat ze gevonden hebben samen in de tentoonstelling Kleur Bekennen. De kern van de expo bestaat uit tien zwart-wit portretten van de ontwerpers die ze zelf hebben ingekleurd met hun eigen duurzame verftechniek.
Kleur Bekennen is te bezoeken in het Industriemuseum tijdens Design Fest Gent, van 22 april tot 1 mei. Op 23 en 24 april gaan de fotograaf en journalist ook met elkaar in gesprek tijdens het Fair Fashion Fest Gent.
Lees ook: Woman to watch: Julia Kirschner, Charlotte Adigéry & Bolis Pupul: “We houden ervan om de boel een beetje te verknoeien”