Etterbeek, een maandagavond als alle andere voor Nina, 10, en Alban, 7. Huiswerk maken, in bad gaan, een opgewarmde, versbereide maaltijd om kwart voor zeven stipt, spelletjes tot acht uur en dan naar bed, lichten uit. “Alban valt rond half negen in slaap en ik mag tot negen uur in bed lezen, tot mama thuiskomt. We laten de deur open zodat ze ons nog een kus kan geven. We zijn eraan gewoon dat ze altijd als laatste thuiskomt”, zegt het meisje, voor wie deze onveranderlijke routine voorgoed geldig lijkt. Hun mama, Aliénor, nu 41, ging na de geboorte van elk kind opnieuw aan de slag.
Als zakenvrouw aan het hoofd van een team van acht personen, ziet ze hen alleen op woensdagavond en op zondag. Toch voelt ze zich geen afwezige moeder, ook al is het schuldgevoel groot en de druk hoog. “Niets is beter voor de kinderen dan hun moeder”, “je leeft langs hen heen”, “ze zullen het je later kwalijk nemen”… geen enkele opmerking blijft me bespaard. Zelfs mijn eigen moeder schaart zich onder de critici; zij vindt mijn persoonlijke ontplooiing dankzij mijn werk als een egoïstische keuze: in haar ogen is het onverenigbaar met de status van moeder. Mijn broer, een hoge ambtenaar die eeuwig afwezig is, wordt niettemin beschouwd als een geweldige vader. Mijn schoonzus offerde haar carrière op en koos met een parttimejob voor haar gezin. Ze wordt dus beschouwd als een geweldige moeder en vrouw, en ik als een onwaardige, individualistische en egocentrische mama.”
Lees ook: Wat is motivatie, wat motiveert je en in welke valkuilen mag je niet trappen?
Wat is er mis? Het is alweer een kwestie van gender
“Het is duidelijk dat de patriarchale samenleving nog steeds niet alle vrouwen toelaat een keuze te maken zonder vooroordelen. Aanmaningen om beschikbaar te zijn als moeder werkt nog steeds als een vreselijk stigmatiserend criterium in de samenleving”, legt Isabella Lenarduzzi uit, sociaal onderneemster, oprichtster en directrice van JUMP. Ze ambieert een einde te maken aan de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de werkvloer. Wanneer in 2022 een kind wordt geboren, staan een vrouw en een man nog steeds niet voor dezelfde keuzes. Een studie van de Nationale Bank van België bevestigt dit.
Economen Céline Piton en Maud Nautet onderzochten hiervoor de impact van het ouderschap op de loopbaan van mannen en vrouwen. “Bij de geboorte van een kind staan mannen en vrouwen voor heel verschillende keuzes wat hun deelname aan de arbeidsmarkt betreft. Het opgeven van een baan of minder gaan werken blijkt voornamelijk een vrouwelijke keuze te zijn. Beide opties benadelen vrouwen in termen van kansen en beloning. Voor mannen daarentegen is het effect van het ouderschap neutraal of zelfs een stimulans om meer te werken. Met andere woorden, enkel vrouwen moeten een afweging maken tussen het krijgen van kinderen en een carrière, wat niet het geval is voor mannen”, aldus de studie.
In de collectieve verbeelding zijn kinderen van werkende moeders immers minder goed af dan anderen. “Mijn zus en ik zijn dochters van dokters. Ze waren zeer afwezig, maar wij hadden er geen last van. We waren het gewoon dat mama het net zo druk had als papa. Op sleutelmomenten waren ze er wél, ze zijn onze rolmodellen en hebben ons gemotiveerd om op hen te lijken. De waarde die werk heeft, is voor ons altijd duidelijk geweest. Het is een manier om tot volledige zelfontplooiing te komen en een middel op zich om geluk te vinden”, zegt de zwangere Alexia, 32, die vast van plan is om zich te blijven uitleven als Public Relations Manager voor een internationaal bedrijf, baby of niet.
Maatschappelijke vooruitgang
Ondanks de maatschappelijke vooruitgang lijkt de vervrouwelijking van de arbeidsmarkt nog steeds te lijden onder een geniepige vorm van schuldgevoel: alsof de ontwikkeling van een zuigeling enkel afhangt van de band met zijn moeder, die er sowieso is. Tot deze constatering kwam psychoanalytica Sylviane Giampino al meer dan twintig jaar geleden. Haar briljante boek wordt regelmatig heruitgegeven en is een must-read. Het zet de vooroordelen over de relatie tussen de ontwikkeling van een kind en een al dan niet werkende moeder recht. De auteur wijst in het bijzonder op het verraderlijke schuldgevoel. De omgeving veroorzaakt dat schuldgevoel en het verstoort de relatie met de kinderen, het leven van het koppel en het beroepsleven. Zij stelt een andere visie voor inspelend op de behoeften van het kind en hoe daaraan tegemoet te komen, ook bij afwezigheid van de moeder.
Volgens haar hangt alles af van de betrokkenheid van de vader, de kwaliteit van de kinderopvang en de organisatie van het werk. Isabella Lenarduzzi wijst erop dat “Moeders die te veel, te weinig of helemaal niet werken, zich bijna altijd schuldig voelen. Maar degenen die voor een carrière hebben gekozen, worden het meest gestigmatiseerd. Het is alsof de natuurlijke plaats voor vrouwen in de huiselijke sfeer ligt en dat het niet legitiem is om in andere sferen te investeren. Toch zijn vrouwen steeds beter gekwalificeerd: 59% van de universitair afgestudeerden in de Europese Unie is vrouw. Maar van zodra vrouwen moeder worden, nemen veel mannen spontaan een hyperstereotiepe positie in, alsof zij automatisch het financiële welzijn van het gezin moeten waarborgen, terwijl de moeder de emotionele zorg en het welzijn van het gezin krijgt toebedeeld, als een soort vrijwillige dienstbaarheid. Het lijkt wel een onveranderlijke conditionering die generatie op generatie – haast onbewust – opgelegd krijgt.” Sandrine Rousseau, een Franse ecofeministe, herinnerde ons er afgelopen maart op Twitter aan dat mannen in 11 jaar tijd hun werktijd in het huishouden … met één minuut per dag hebben verhoogd en dat het in dit tempo 6300 jaar zal duren om tot gelijkheid te komen. “De overtuiging dat de tijd die een kind vooral met zijn moeder doorbrengt, essentieel is voor zijn ontwikkeling en toekomst, wekt uitermate veel schuldgevoelens op. De druk is gendergebonden en is enorm hoog. De steunpilaar voor een kind is niet zijn moeder, maar beide ouders. De mentale last moet gedeeld worden!” hamert Isabella Lenarduzzi.
Lees ook: 5 tips uit het boek van gezondheidscoach Lies Helsloot om beter te bewegen
Vertrouwen
Een studie van de universiteit van Maryland toonde al in 2010 aan dat het vooral de kwaliteit van de tijd die het kind met de ouders doorbrengt, doorweegt bij een goede ontwikkeling, meer dan de kwantiteit. Kinderen met een werkende moeder ondervinden geen nadelen ten opzichte van kinderen met moeders die al hun tijd aan hen wijden. Talrijke recente wetenschappelijke studies ontkrachten keer op keer de mythe dat een weinig aanwezige moeder schadelijke gevolgen zou hebben voor de ontwikkeling van kinderen. Maar zij krijgen bijzonder weinig aandacht in de media. Wat leren we hieruit? Dat het inkomen en het opleidingsniveau van de moeder zeer nauw samenhangen met het toekomstige succes van haar kinderen. The Observer berichtte al in de jaren negentig over een onderzoek met 17.000 Britten, waaruit bleek dat de intellectuele prestaties en bekwaamheden van kinderen wier moeder in de maand vóór hun eerste verjaardag weer ging werken, niet slechter waren. Onderzoeker Heather Joshi merkte toen op dat een stabiele gezinsomgeving eigenlijk belangrijker is, ook al besteden we daar weinig aandacht aan.
Elkaar leren vertrouwen is ook een deel van de oplossing zegt Sylviane Giampino: “Wanneer de vrouw de wijde wereld wil aangaan, wordt ze door haar moeder tegengehouden. Het interne getouwtrek, het voortdurend opnieuw in evenwicht brengen, waarvan vrouwen zo vaak de schuld krijgen, vergt een sterke instelling. Aanwezig zijn op belangrijke momenten (verjaardagen, schoolvoorstellingen), het delen van echte kwaliteitsvolle momenten (een zondag met het gezin) en de meer gevoelige gebeurtenissen (moeilijkheden met een vak op school, een argument met een klasgenoot)… de sleutel ligt ook in de manier waarop we ons als vrouw opstellen.”
Zodat een supermoeder zijn niet langer gebruikt wordt als een criterium voorbeoordeling zegt ook Isabella Lenarduzzi: “Het ideale model is niet om een opofferende moeder te zijn! Het zou niet langer een taboe mogen zijn om te beweren dat je ook je professionele potentieel wilt waarmaken. We moeten ertegen vechten om uitsluitend beoordeeld te worden op onze bekwaamheid als moeder. Dit soort dictaten hebben ons te zeer vervreemd van wie we zijn als vrouw. Laten we meer naar onszelf durven luisteren.”