Van de catwalk naar het veld: Corazon De Raeymaecker over haar carrièreswitch
© Grondsmaak

Van de catwalk naar het veld: Corazon De Raeymaecker over haar carrièreswitch

Door Kim De Craene
Leestijd: 4 min

Tien jaar geleden ruilde model Corazon De Raeymaecker (35) haar laarsjes van A.F. Vandevorst in voor rubberen Wellingtons. Ze gleed uit haar jurken van Dries Van Noten en trok handige cargopants aan. En de glamoureuze catwalks van Parijs en New York liet ze achter voor een landbouwakker met zelfoogstboerderij in Kontich.

/

Op haar boerderij Grondsmaak teelt Corazon De Raeymaecker biologische groenten voor 130 gezinnen. Dat doet ze volgens het systeem van Community Supported Agriculture, kortweg CSA. “De boerderij wordt door een gemeenschap van deelnemers ondersteund. Iedere deelnemer betaalt jaarlijks een vaste bijdrage; in ruil mogen ze biologisch geteelde groenten en kruiden komen oogsten”, zegt Corazon. “Er ontstaat een wederzijdse verantwoordelijkheid en zorg voor elkaar. Een win-win-situatie voor de boerin en de deelnemers.”

Wanneer wilde je boerin worden?

Corazon De Raeymaecker: “Mijn grootouders hadden een boerderij met grote groentetuin, als kind beleefde ik dus ‘het leven op den buiten’. Bovendien ging ik naar een Steinerschool, waar ik veel tijd doorbracht in de natuur. Maar de basis van Grondsmaak werd gelegd tijdens een verblijf in New York, waar ik in 2008 werkte als model. Ik ontdekte Community Supported Agriculture tijdens een bezoekje aan de wekelijkse Farmers Market op Union Square, waar ik vaste klant was. Daar leerde ik Morse kennen, een CSA-boer en ging er aan de slag op zijn bedrijf, Windfall Farms, in Upstate New York. Ik raakte geïnspireerd door zijn manier van werken en ik wist: zoiets wil ik thuis ook beginnen.

Vervolgens keerde ik terug naar België met het idee om zelf op het land aan de slag te gaan. Ik volgde een biologische landbouwopleiding en leerde de CSA-bedrijven in de buurt kennen. Nu en dan deed ik wat modellenwerk, maar na een tijdje bouwde ik die job af. Ik verdiende er goed en makkelijk mijn brood mee, maar er is meer in het leven dan geld verdienen. Ik wilde iets bijdragen aan de maatschappij. Als model had ik niet het gevoel dat dat kon, als boerin wel. Na enkele stages op verschillende bioboerderijen startte ik zelf een groenteboerderij op, in Kontich. In 2012 was dat. Na de aankoop van het stuk grond, moest ik een paar dagen bekomen. Wat hadden we gedaan? Maar door hard te werken kreeg de droom steeds meer vorm.”

Je zegt ‘we’. Is dit een duobaan?

“Mijn echtgenoot is geen boer, maar schrijnwerker. Hij speelt uiteraard een cruciale rol in het project. Hij helpt tijdens drukke periodes mee op de boerderij, hij zorgt vaak voor de kinderen, hij kookt iedere avond… Als jong koppeltje – zonder kinderen en huishouden – kreeg de boerderij alle aandacht en zorg. Pas sinds we kinderen hebben, Mathilda is vijf jaar en Alma wordt twee, besef ik hoe zwaar de boerenstiel is. Fysiek is het best vermoeiend. Een partner die je bijstaat – op alle vlakken – is cruciaal. Zeno neemt veel zorgtaken op zich zodat ik het plant- en zaaiwerk gedaan krijg. Soms lijkt het alsof ik voor hem de groenten teel waar hij ’s avonds mee aan de slag gaat. Hij kent de kunst van het zorgen voor de mens, ik zorg meer voor de omgeving. Daarin vullen we mekaar aan.”

We kunnen enkel zorgen voor anderen als we ook zorgen voor onszelf.

Is het boerenleven nog een mannenstiel? Krijg je soms te maken met machogedrag?

“Toen ik van start ging met de boerderij werd ik niet serieus genomen en kreeg ik weinig ondersteuning. Ik werd onzeker en maakte de foute reflex door nog meer te werken omdat ik me nog harder wilde bewijzen. Terwijl dat nét niet het idee is van duurzame bedrijfsvoering. Toch moeten vrouwen die de boerenstiel uitoefenen wel even hard presteren als mannen, ook als ze een gezin en huishouden hebben en fysiek minder sterk zijn. In de sector wordt van je verwacht dat je een onbeperkt aantal uren presteert, zonder dat je daar een eerlijke vergoeding voor krijgt. Die opvatting is in het DNA van de boerenstiel geslopen. Nu ik tien jaar boerin ben en twee dochters heb, omring ik me liever met vrouwelijke collega’s. Het opscheppen over hoe hard of hoeveel er wordt gewerkt, wat door boeren én boerinnen gedaan wordt, vind ik triest en verre van duurzaam. Als bioboerin wil ik een voorbeeld zijn voor ondernemende vrouwen in alle sectoren. We kunnen enkel zorgen voor anderen als we ook zorgen voor onszelf.”

/

Wat is je grootste uitdaging?

“Het veranderende klimaat, waarin telen voor 130 gezinnen soms door mij in vraag wordt gesteld. Wat zo evident leek in onze regio is dat opeens niet meer door de dreiging van overstromingen en hittegolven. Ik heb geen kant-en-klare oplossing voor dit globale probleem. Als gezin en op de boerderij omringen we ons steeds meer met gelijkgestemde mensen. Een koppel vrienden kocht onlangs een stuk grond naast de boerderij en is er bezig met het opstarten van een voedselbos. Zo proberen we op kleine schaal een antwoord te bieden op de klimaatvraagstukken waar de wereld dagelijks mee bezig is.”

Waar ben je het meest trots op?

“Op de 130 gezinnen waarvoor ik teel. Het is ongelofelijk ze allemaal te mogen voeden en hun vertrouwen te krijgen. Ik ben enorm fier op onze wachtlijst: daaruit leiden we af dat mensen het anders willen. Ze willen het klimaatvraagstuk mee oplossen en zien in dat landbouw en hun eigen voedselconsumptie daar deeltjes van kunnen uitmaken. Het is door de leden dat de CSA groeit en bloeit. Hun positieve feedback zorgt ervoor dat ik elke dag met veel zin op het veld sta.”

Zou je je dochters Mathilda en Alma graag op het veld zien?

“Ik wil ze aanmoedigen om te studeren en hun zelf de keuze laten. Als ze bewust voor deze stiel zouden kiezen, mogen ze uiteraard boerin worden. Die vrije keuze is vaak niet het geval in de sector. De traditie wil dat de boerenstiel wordt doorgegeven in de familie. Maar dit werk kan je niet tegen je zin doen. Zonder volle overtuiging hou je dit niet vol. Sowieso wil ik meer vrouwen actief zien deelnemen in de landbouw. Vrouwen werken zorgzaam en intuïtief, wat een voordeel is, want de natuur kan je aanvoelen.”

Mis je de modewereld soms?

“De modesector blijft me verbazen. Toen ik jaren geleden een fotoshoot rond ecomode deed, vond de styliste amper duurzame kledij. Nu verdiepen meer en meer designers zich in het thema, wat een mooie en hoopvolle evolutie is. Shoppen doe ik graag in Kringloopwinkels. Fast fashion en de bergen aan onverkochte kledij stemmen me triest. Wat ik wel mis, is om samen met een team een project de wereld in te sturen en het creatieproces tonen dat tijdens een fotoshoot plaatsvindt. En ik mis uiteraard ook een beetje de glamour van het modellenwereldje. Maar in het weekend trek ik mijn kleerkast open, op zoek naar oude schatten en dan maak ik me mooi.”

Timon Van Mechelen De artikels van >

Als mode-expert weet hij trends en ontwikkelingen als geen ander te duiden. Is weg van Dries Van Noten en Prada en ziet zijn kleren als waardevolle investeringen. Haalt evenveel plezier uit de stockverkopen als jij uit je verjaardag, kerst en zomervakantie samen. Vindt verder weinig bevredigender dan te veel natuurwijn drinken en mensen kijken op een terras.