Wereldaidsdag: Ornella was proefkonijn voor een HIV-onderzoek
©

Wereldaidsdag: Ornella was proefkonijn voor een HIV-onderzoek

Leestijd: 5 min

Als 24-jarige studente geneeskunde liet Ornella zich gedurende een jaar inenten met drie nieuwe vaccins tegen HIV. Elke maand kreeg ze injecties, onderzoeken en bloedafnames. Het was behoorlijk zwaar, maar ze deed alles om het onderzoek te helpen. Haar familie en vrienden waren er behoorlijk tegen, maar ze is gezond gebleven.

Dit artikel staat in het Marie Claire magazine van deze maand. Vind er meer boeiende artikels over onze wereld in verandering. Door Manon Quérouil-Bruneel.

Mijn vriendin, met wie ik in een laboratorium werkte, begon erover. Ik dacht dat het een van die broodje-aapverhalen was: wie zou er nu gek genoeg zijn om proefkonijn te spelen voor een vaccin tegen aids? Ik zat in mijn derde jaar geneeskunde en ik wist totaal niet dat er kerngezonde mensen bestonden – in lichaam en geest – die hun leven in gevaar wilden brengen om de wetenschap vooruit te helpen. Het leek me idioot.

“Het was mijn verantwoordelijkheid en mijn plicht als toekomstige dokter.”

Drie jaar later kregen alle studenten van mijn faculteit een e-mail waarin vrijwilligers gevraagd werden om een anti-HIV middel uit te testen. Wij waren de eersten die gevraagd werden, omdat we wat meer  wisten over gezondheidszaken. Maar al wisten we meer over de risico’s, de kandidaten stonden niet bepaald in de rij. Ze hadden er honderd nodig, en er was maar een tiental mensen dat zich opgaf. Maar tegen dat ik in mijn  zesde jaar zat, wist ik meer over de manier waarop vaccins werken. Ik weet dat de ziekte niet ingespoten wordt, alleen bepaalde gesynthetiseerde deeltjes. Ik hield mezelf voor dat ik me er niet zo gemakkelijk van kon afmaken: het was mijn verantwoordelijkheid en mijn plicht als toekomstige dokter. Ik begon meer onderzoek te doen, ik las alle medische artikelen over de vooruitgang in het onderzoek naar aidsbestrijding. Na een paar weken voelde ik me zo gerustgesteld dat ik besloot mee te doen.

Russische roulette

Op een dag in december 2014 liet ik samen met een vriendin een vooronderzoek doen naar mijn gezondheidstoestand. De criteria waren behoorlijk streng: je mocht geen ziektes hebben, niet tot de zogenaamde risicogroepen behoren, en je moest je ertoe verbinden om altijd veilig te vrijen en niet meerdere seksuele partners te hebben. Ze vertelden ons ook dat er best veel bij kwam kijken: we moesten elke maand een medisch onderzoek ondergaan, met urinestaaltjes, injecties en tot 23 bloedafnames. We hoorden dat we een vergoeding van 1000 euro zouden krijgen, wat niet slecht is voor een student medicijnen die 220 euro per maand kreeg. Maar wat me vooral motiveerde, was dat ik behoorde tot een groep van happy few die geloofde in de wetenschap en de toekomst. Bovendien was dit een heel vernieuwend project: voor het eerst werd de werking van drie vaccins tegelijk getest; ze werden gecombineerd om de slaagkans zo groot mogelijk te maken. Op die manier kon het onderzoek tegen HIV vijf jaar inlopen.

Jammer genoeg waren mijn ouders het helemaal niet met mijn redenering eens. Toen ik zei wat ik van plan was, raakten ze in paniek. Mijn vader, een gepensioneerd winkelier, wist niets van de wereld van de geneeskunde en hij dacht dat ik Russische roulette met mijn leven speelde. Hij zei ook dat de wetenschap nog lang niet genoeg ervaring had met deze dingen en niets wist van neveneffecten op lange termijn. Hoeveel schema’s ik ook tekende, hoe vaak ik ook uitlegde hoe zo’n onderzoek in zijn werk gaat: op een transparante, goed ondersteunde manier… ze deden alles om me van mijn voornemen af te brengen.

Mijn vriend vond het ook maar niks: hij dreigde zelfs met me te breken. Iedereen in mijn omgeving had dezelfde reactie: een mengsel van ongeloof en nieuwsgierigheid. De mensen stelden veel vragen: ze wilden weten wat me motiveerde en welke risico’s ik liep. Iedereen vond het dapper, maar ze voelden er zelf niets voor om zich aan te melden. Ze dachten dat proefpersoon zijn zoiets was als kamikaze plegen.

Natuurlijk is het nooit volledig zonder risico als er een nieuw vaccin uitgetest wordt. Je kunt een anafylactische schok krijgen door een overdreven allergische reactie, of je kunt multiple sclerose krijgen… Een jaar geleden liep een onderzoek in Rennes op een drama uit: één ‘proefkonijn’ overleed en twee kwamen op intensieve terecht. Aan zulke risico’s wilde ik niet denken toen ik me op een januari-ochtend in 2015 aanmeldde voor mijn eerste injectie. Toen de dokter me in mijn dij prikte en daarna in mijn arm vroeg ik me af of ik geen enorme vergissing aan het begaan was. Ik had me zo goed voorbereid, maar toch was ik behoorlijk gespannen.

“Jongeren gedragen zich alsof aids niet meer bestaat of dat alleen drugsverslaafden, homo’s of prostituees het krijgen.”

Om mezelf te troosten dacht ik aan alle mensen met aids die ik ontmoet had tijdens een stage op de afdeling besmettelijke ziekten. Die mensen hadden dit onderzoek hard nodig. Elke dag kwamen er nog nieuwe gevallen bij, en echt niet alleen bij de minderheidsgroepen. Ik herinnerde me een pastoor van 78 die met een gezwel in zijn longen kwam, en die HIV-positief bleek te zijn.

Niettemin leeft mijn generatie nog altijd luchthartig, en in ontkenning. Jongeren gedragen zich alsof aids niet meer bestaat of dat alleen drugsverslaafden, homo’s of prostituees het krijgen. Ik heb heel wat vrienden die zich geen zorgen maken en die niet veilig vrijen, ook al vertel ik in alle toonaarden dat er duizenden mensen zijn die niet eens weten dat ze besmet zijn. En dat de epidemie sneller groeit dan de vooruitgang van de geneesmiddelen. Gebrek aan geld en vrijwilligers houdt het onderzoek tegen. Ik wil niet moraliserend doen, maar we mogen niet vergeten dat het gaat om een ziekte die ongeneeslijk is. Op het internet las ik het verhaal van een jonge vrouw van 22 met de kop: ‘Open brief van een seropositieve vrouw aan de jeugd die zich van niets bewust is.’ Daarin vertelt ze wat een schok het was toen ze het ontdekte, hoe de anderen naar haar keken, en hoe ze drie pillen per dag moest nemen. Ik dacht aan haar toen ik naar het labo ging voor mijn injectie.

Resultaten binnen de twee jaar

Elke maand was ik twee uur in het laboratorium. Ik kreeg injecties, ik werd onderzocht, maar tegen alle verwachtingen in was het helemaal niet akelig. Het verzorgend personeel vertroetelde ons en zei dat ze blij met ons waren. Ik reageerde bovendien uitstekend op de behandeling. Mijn vriend leek zich erbij neergelegd te hebben. Op een avond zei hij zelfs dat hij trots op me was. Op 23 januari 2016 kreeg ik mijn laatste injectie, en het medisch personeel maakte een volledige gezondheidsbalans op. Het gaat uitstekend met me.

Het klinkt raar, maar ik verlang een beetje terug naar het vreemde ritueel dat een jaar lang mijn leven bepaalde. Maar ik ben ook blij dat ik me niet heb laten overhalen door de mensen in mijn omgeving, maar dat ik heb meegewerkt aan dit ongelooflijke project. Een vaccin tegen aids is niet niks. Over twee jaar zullen we de resultaten pas weten, maar het is al veelbelovend want tot nu toe heeft geen van de proefpersonen bijverschijnselen gehad. Een groot professor parafraseerde een uitspraak van Winston Churchill: “Dit is niet het einde van aids, niet eens het begin van het einde. Maar misschien is het het einde van het begin.”

De specialisten zijn  het erover eens dat er over tien jaar een vaccin op de markt zal zijn. Ik wil erin geloven dat we deze vreselijke ziekte ooit zullen overwinnen. We hebben nog een lange weg te gaan, maar ik denk dat ik mijn stuk van die weg heb afgelegd.

Vicky Dorny De artikels van >

Praat in memes, houdt van katten en neemt weinig zo serieus als goeie make-up. Atypische Antwerpenaar die durft toe te geven dat de stad eigenlijk één grote parking is.

Tags: Aids, HIV, Wereldaidsdag.