Zij-kant organiseert al 17 jaar de symbolische actie voor gelijk loon. In 2005 viel Equal Pay Day nog op 31 maart: vrouwen moesten negentig dagen (28 procent) langer werken voor gelijk loon. De loonkloof wordt dus kleiner, maar dat gaat heel traag. “Aan dit tempo moeten we nog zeker 46 jaar wachten op gelijk loon tussen vrouwen en mannen”, klinkt het.
Zij-kant bekijkt de loonkloof als het verschil tussen de gemiddelde brutojaarlonen van voltijds en deeltijds werkenden samen. Als je alleen naar voltijds werkenden kijkt, bedraagt de kloof nog 6 procent. Maar vrouwen werken vaker deeltijds, nemen vaker zorgverlof op, en werken vaker in sectoren waar er minder goed betaald wordt. Ze botsen ook nog op het zogenoemde glazen plafond – de hoogste functies gaan nog steeds vaker naar mannen -, waardoor ze ook minder in aanmerking komen voor een aantal extralegale voordelen zoals een bedrijfswagen.
Kloof nog groter in luchtvaart
Nog enkele cijfers: in de privésector loopt de loonkloof op tot 28 procent, in de openbare sector is dat 16 procent. De loonkloof is het grootst in de luchtvaartsector. Bij zelfstandigen in hoofdberoep is de kloof – hier inkomenskloof genoemd – 31 procent. En volgens Zij-kant is de loonkloof het grootst in de provincie Antwerpen (16 procent, op basis van gemiddelde bruto-uurlonen), en het kleinst in Vlaams-Brabant en Brussel (telkens 11 procent).
Lees ook: 5 x boeken van ambitieuze powervrouwen.
Gevolgen coronacrisis
Dit jaar vraagt Zij-kant extra aandacht voor de gevolgen van de coronacrisis. Veel mensen werken vaker thuis, maar de bijkomende zorg voor bijvoorbeeld kinderen in quarantaine of met afstandsonderwijs komt wel vaker bij de vrouw terecht. “Een recent rapport van het Europees Parlement over de genderimpact van COVID-19 concludeerde dat telewerkende moeders zich per dag maar liefst anderhalf uur langer over de kinderen ontfermen dan telewerkende vaders”, klinkt het. De boodschap van de campagnespot luidt dan ook “Verdeel de taken eerlijk thuis, voor eerlijkere kansen op het werk”.
(Bron: Belga).