We hebben afgesproken op de redactie van Marie Claire. “Toch jammer dat we nu niet kunnen kussen hé”, roept moeder-overste Livine ons vanop een veilige afstand toe. We zitten tijdens het interview dan wel anderhalve meter van elkaar, afstandelijk wordt het nooit. De drie dames dragen het hart op de Oost-Vlaamse tong en praten twee en een half uur vlot bij elkaar. Er wordt gelachen, liters koffiegedronken en de pralines op tafel vallen in de smaak. Hun familiebedrijf bestaat honderd jaar en daar hebben ze het een en ander over te vertellen.
Lees ook: De nieuwe designertassen waar je écht in wil investeren.
In 1919 beginnen Achiel en Margaretha Van de Velde korsetten te maken in Schellebelle. De productie is artisanaal en de merkloze korsetten worden op bestelling gemaakt. Na WOII veranderen de noden van vrouwen en met de komst van William Van de Velde en echtgenote Livine in het bedrijf, komen er beha’s en figuurcorrigerende korsetterie bij. De combinatie van kwaliteit, pasvorm én een mooi design sloeg in als een bom. In 1981 krijgt de lingerie een eigen naam, Marie Jolie, kort daarna afgekort tot Marie Jo. Tien jaar later neemt Van de Velde het Duitse lingeriemerk PrimaDonna over. Liesbeth stapt mee in het bedrijf en leidt de rebranding van het label binnen de ontwerpafdeling. In 1992 komt Greet erbij als Demand- en Productiemanager. Van de Velde groeit uit tot het internationaal gerenommeerd modebedrijf dat het vandaag met meer dan 1.500 werknemers is.
85% van die werknemers is vrouwelijk. Hoe belangrijk is dat voor een lingeriebedrijf?
Liesbeth: “De mannen in ons bedrijf zijn natuurlijk even belangrijk, maar dat je zelf het product kunt ervaren, is een toegevoegde waarde. In discussies over de pasvorm bijvoorbeeld, halen vrouwen het bijna altijd van mannen. (lacht) Dat was een grote frustratie van mijn oudste broer. Dat hij een product maakt dat hij niet kan uitproberen. Zeker omdat kwaliteit en comfort zo belangrijk zijn voor onze merken.”
Greet: “Er leeft veel verbondenheid tussen de vrouwen op de werkvloer. Dat we ons als vrouwen inzetten om voor andere vrouwen een positief verschil te maken, geeft het werk een extra dimensie. Vroeger waren er trouwens 90% vrouwelijke werknemers, de IT’ers strooiden roet in het eten.” (lacht)
Toch heeft Van de Velde pas sinds vorig jaar een eerste vrouwelijke CEO. Hoe komt dat?
Liesbeth: “Bij de overgang van de vorige CEO’s lag die vraag steeds op tafel. Maar je wil niemand aannemen vanwege haar geslacht. De business was 100 jaar heel succesvol zonder vrouwelijke CEO. Mannen en vrouwen werkten altijd complementair in het bedrijf en dat ging goed.”
Livine: “Er was er ook weinig hiërarchie, zeker in het begin. Of daar nu een man of vrouw zat, dat had weinig uitgemaakt.”
Liesbeth: “Het is toevallig dat we met Marleen (Vaesen, red.) nu een vrouw aan het hoofd hebben. Al moet ik toegeven dat het goed past bij ons DNA en dat we allemaal blij zijn met haar aanstelling.”
Greet: “Ook de rest van het management werd de voorbije jaren erg vrouwelijk. Nu maakt slechts één man deel uit van het kader. We lachen soms dat we binnenkort met te veel zijn.” (proest het uit)
Lees ook: In dit unieke kunsthuis in Brussel is alles te koop.
Vrouwen in topfuncties blijven zeldzaam in grote bedrijven
Greet: “Gelukkig is er verandering op til. Ik denk dat de grote ommezwaai de komende vijf à tien jaar plaatsvindt. Lang had kinderen krijgen een prijs en betaalden vrouwen de rekening. Hoe je het ook draait of keert, een zwangerschap vergt veel. Ik vond zelf de combinatie van slapeloze nachten, meer zorgtaken en een voltijdse job ook pittig. Deeltijds werken lonkt, maar verkleint de kansen om hogerop te komen. Want net rond die leeftijd worden vaak promoties uitgedeeld. Vroeger had je dan ‘de boot gemist’, en moest je jaren wachten. Dat is nu steeds minder zo. Ik zie dat bij mijn dochters en hun vriendinnen ook. Het zijn stuk voor stuk ambitieuze vrouwen, die pikken dat niet.”
Liesbeth: “Anderzijds heb ik het gevoel dat de werk-privébalans voor de opkomende generaties belangrijker is. Zij willen niet alleen werken, koken en slapen. Quality time is het modewoord van nu.”
Een positieve evolutie?
Liesbeth: “Het is begrijpelijk, maar wil ook zeggen dat we meer mensen moeten inzetten voor dezelfde job.”
Greet: “De productiviteit daalt op alle vlakken in onze maatschappij. Ik ben economist van opleiding en zie de groei naar de toekomst toe hierdoor deels stagneren. Maar de sterke fundamenten van kwaliteit, klantenbinding en service zijn er bij ons al jaren. En als de fundamenten sterk zijn, dan kan je de veranderingen in de maatschappij aan.”
Sociaal en ethisch ondernemen is belangrijk voor Van de Velde. Is dat altijd zo geweest?
Greet: “Absoluut. Al meer dan 30 jaar besteden we onze productie uit aan fabrieken in het buitenland omdat er in België geen instroom is van naaisters. In de fabriek in China kochten we een zetel in de raad van bestuur om de werkomstandigheden van binnenuit te controleren. Om de zes maanden laten we overal controles uitvoeren door een onafhankelijk bedrijf. Dat gebeurt evengoed in ons hoofdkwartier in Schellebelle. Ook onze leveranciers moeten aan de strenge voorwaarden voldoen. Bij de productie streven we ernaar om onze impact op het milieu zoveel mogelijk te beperken. De lange levenscyclus van onze producten is onze belangrijkste troef in het klimaatdebat.”
Lees ook: De Franse bob is dankzij corona terug razend populair.
Livine: “Respect voor onze medewerkers dragen we hoog in het vaandel, ook vroeger. We zijn een familiebedrijf en iedereen moet in ons bedrijf de warmte, verbondenheid en openheid voelen die ons samen typeert. Dat heb ik mijn kinderen altijd op het hart gedrukt.”
Hoe hebben jullie de emancipatie van de vrouw zien evolueren in lingerie?
Liesbeth: “Wij ontwerpen geen lingerie om mannen te verleiden, maar stellen de vrouw voorop. Dat sluit mooi aan bij de filosofie van de feministen in de jaren zeventig die meer comfort eisten. Veel andere merken positioneerden lingerie toen als verleidingsproduct en zijn dat blijven doen tot zo’n 5 jaar geleden. Nu zien we opnieuw merken die zich hiertegen afzetten. Lingerie moet weer comfortabel en mooi zijn voor jezelf. Voor lichamen en borsten in alle vormen en maten.”
Over die lichamen gesproken. Jullie worden dagdagelijks geconfronteerd met echte lijven?
Livine: “We hebben altijd doorpassessies gedaan met gewone vrouwen. In mijn tijd was iedereen nog preuts dus speelde ik elke ochtend model. Gelukkig is dat veranderd. (lacht) Zo slagen we erin om lingerie te maken die alle vrouwen goed past. Of je nu een puber bent, net een kind hebt gekregen of met pensioen bent. We zoeken een gemene deler tussen alle vrouwen. Dat was vroeger zo en gebeurt nog op dezelfde manier. ”
De modesector likt haar wonden door covid. Hoe kijken jullie naar de toekomst?
Greet: “Wij zien dat de consument trouw blijft aan onze merken en aan haar lingeriewinkel. Ook onze retailpartners zijn loyaal naar ons toe. Comfort, mode en de klant zijn onze belangrijkste pijlers en dat werpt in deze crisis zijn vruchten af. Andere merken hebben hun verkooppunten wat in de steek gelaten de voorbije maanden. Dat speelt in ons voordeel.”
Liesbeth: “Mensen zochten de afgelopen maanden heel bewust naar Belgische makelij, naar stukken die langer meegaan. Die de tand des tijds doorstaan. Deze turbulente periode heeft dat bewustzijn vergroot en wij hanteren die waarden en normen al van in het begin. We hebben vertrouwen in de toekomst.”
Greet: “De uitdaging ligt voor ons in hoe we het distributienetwerk gaan organiseren. In België en Nederland staat de kleinhandel heel sterk. Dat is in Duitsland en Frankrijk bijvoorbeeld anders. Hoe gaan we onze producten daar blijven verkopen? Inzetten op digitaal is belangrijk, al is lingerie een van de moeilijkste producten om online te verkopen.”
Nog een laatste obligate Marie Claire-vraag: wat betekent feminisme voor jullie?
Livine: “Vroeger werden vrouwen een beetje onderdrukt. Mannen zagen ons als tweederangs en hielden geen rekening met onze mening of wil. Dat zien evolueren doorheen de jaren, maakt mij trots en gelukkig. Al moet ik toegeven dat ik mij nooit heb laten doen.” (lacht)
Greet: “Wij zijn een vrijgevochten familie. Onze grootmoeders en moeder hebben gewerkt en we kregen dezelfde kansen als onze broers. Ik voelde daarom nooit de nood om uitgesproken feministisch te zijn. Wel vind ik het belangrijk dat een vrouw de tijd krijgt om zichzelf te ontwikkelen. Eens je een gezin krijgt, kom je immers vaak in een conflictsituatie terecht. Je wil goed voor de kinderen zorgen én carrière maken. Dat zou allebei moeten kunnen zonder daarbij kansen te mislopen.”
Liesbeth: “We kwamen – en komen – als familie heel goed overeen. Dat is ook essentieel als familiebedrijf. Ik had nooit een probleem met het feit dat mijn broers en Lucas het management vormden. Toch heerste er jaren best wat patriarchisme. Ik heb een lange weg moeten afleggen om mij als vrouw te bewijzen. Toen mijn huidige positie tien jaar geleden vrijkwam, werd toch voor iemand buiten het bedrijf gekozen. Een man. Rancuneus ben ik daar niet (meer) over, maar ik ben blij dat vrouwen niet langer extra hun best moeten doen om opgemerkt te worden.”