Jane is zo’n vrouw die je een stevige knuffel wilt geven. Als ze over het overlijden van haar dochter Kate verteld. Of over de dood van Dolly, haar hondje, dat haar gezelschap hield tijdens de lockdown. Of over de hereniging met haar dochter Charlotte Gainsbourg. En na het interview kan ze het niet laten me te zeggen: “Veel liefs van mij aan Arno, als je hem ziet.”
Dit nieuwe album is de muzikale mix van je theaterstuk Oh! Pardon tu dormais met nieuwe elementen. Wiens idee was dat?
“Etienne Daho zat al twintig jaar achter me aan om de tekst van het stuk te mogen gebruiken om een plaat te maken. Het was nooit het juiste moment. Na de dood van mijn dochter Kate was ik tot niets in staat. Het enige wat ik kon, was Gainsbourg zingen, en dat heb ik gedaan, met een filharmonisch orkest. Iets beters kon ik niet voor hem doen, vond ik. Na drie jaar Gainsborg Symphonique herhaalde Etienne zijn voortel, en ik ging er graag op in. Ik haastte me naar hem toe met twee teksten die ik over mijn dochter Kate had geschreven. Hij schreef er muziek bij die aanleunt bij de stijl van Kurt Weill. Daarna gaf ik hem nog een tekst over een kerhof, dat werd de song Les murs épais. En onze samenwerking was een feit. De woorden kwamen vlot. Al dat enthousiasme komt van Etienne.”
Eigenlijk heeft hij je geholpen op artistiek én op vriendschappelijk vlak.
“Volgens mij lijken we een beetje op elkaar. In elk geval kent hij mij beter dan ik hem. Ik had de indruk dat we dezelfde zorgen en angsten hadden. Het was doodeenvoudig om dit album te maken.”
Dat je songs kan schrijven, is niet iets wat je vaak in de kijker hebt gezet.
“Ik heb in 2008 een heel album geschreven, Enfants d’hiver, maar dat was misschien te nostalgisch, het publiek was er niet weg van. En ik vrees dat alleen ik het goed vond. Maar ik wist dat ik goed was in het schrijven van monologen. En ik had Yesterday Yes a Day op een melodie van Serge geschreven.”
Je moederliefde is enorm. Ik bedacht dat je alleenal over je band met je dochters een film zou kunnen draaien.
(Brede glimlach) “Ja! Onze band is altijd fantastisch. Charlotte liet een grote leegte achter toen ze zes jaar geleden met haar kinderen naar New York vertrok. Plotseling had Marlowe, de zoon van Lou, zijn nichtje niet meer in de buurt. De kinderen zagen elkaar niet meer op dezelfde manier. En zelf kon ik niet naar New York reizen, omdat ik ziek was (Jane genas van leukemie). Gelukkig kwam ze nu en dan naar Parijs. Nu heb ik net een week met haar doorgebracht, want ze heeft besloten een documentaire over mij te produceren. Daar is ze drie jaar geleden aan begonnen. Ik vond dat een beetje beangstigend. Maar eigenlijk is dat heel mooi: het laat toe om dingen te zeggen die je nog niet hebt kunnen zeggen. Alles valt op zijn plaats. Het is heerlijk om bij haar te zijn. Met Lou heb ik vaak net zo’n verstandhouding gehad. Ook mijn dochter Kate kwam dikwijls naar mij met haar partner, haar kinderen, de honden, de katten en haar papegaai. Maar een onderonsje met Charlotte miste ik wel.”
Heel ontroerend in je song over de dood van je dochter Kate, is dat je ook praat over de dieren en de voorwerpen die haar omringden. Want wanneer iemand van wie je houdt overlijdt, verdwijnt er samen met die persoon een hele wereld.
“Ja, dat is waar, dat is heel herkenbaar. Ik besef ook dat ik blij mag zijn dat ik haar zevenenveertig jaar bij mij heb gehad. Zevenenveertig jaar met zo’n bijzondere en grappige persoon. Het was zo leuk om van reizen terug te kezen met spulletjes die haar plezier deden. Dat we zo’n verstandhouding hadden, kwam waarschijnlijk doordat ik haar op mijn twintigste heb gekregen. Al mijn fijne en minder fijne avonturen in Frankrijk heeft Kate dan ook samen met mij beleefd. De zoon van mijn broer is bijvoorbeeld al op zijn twintigste overleden. En ik besefte dat veel ouders dat doormaken. J.M. Barrie schreef zijn verhaal Peter Pan omdat zijn moeder een kind had verloren en omdat hij zoals zijn overleden broertje wilde zijn: voor eeuwig een kind blijven in het hart van zijn moeder en nooit opgroeien. Als ik het daarover heb met mensen die dezelfde pijnlijke ervaring hebben meegemaakt, zeggen ze mij vaak dat dat onderwerp werd doodgezwegen. Het gezicht van de overledene werd zelfs uit groepfoto’s geknipt om er niet aan te worden herinnerd. In moeilijke tijdens sla je je er zo goed en zo kwaad mogelijk doorheen.”
Is het niet nogal vreemd, zo’n cultuur waarin je niet over de dood van je geliefden mag praten?
“Ja, en tegelijkertijd praat je soms meer over de mensen die je kwijt bent dan over degene die er nog zijn. Omdat je zo bang bent dat ze worden vergeten dat je het de hele tijd over hen hebt. Daardoor krijgen degene die achterblijven de indruk dat ze nooit aan hen zullen kunnen tippen. Je moet dus ook denken aan degenen die er nog zijn. Wat dat betreft, had ik het beter kunnen doen.”
Wat vind je van de #MeToo-beweging en van het feit dat die nog niet echt het muziekwereldje heeft bereikt?
“Ik heb er niet echt een mening over en heb geen enkele aanklacht te melden. Ik heb zulke dingen niet meegemaakt. Misschien omdat het zo overduidelijk was dat ik een partner had (Serge Gainsbourg). Maar dankzij die beweging kunnen meisjes die zich niet kunnen beschermen om hulp roepen. Er zit een vrouwenlichaam achter elk van die verhalen. De ommekeer zal komen als we evengoed betaald worden als mannen. Wat dat soort misbruik betreft, hebt ik niet te klagen, maar het is belangrijk om het voor de anderen op te nemen.”
‘Oh! Pardon tu dormais’, kwam op 20 november uit bij Universal Music:
Lees meer Marie Claire op: Naar deze muziek luisterden jullie in 2020, Waarom FKA Twigs’ aanklacht voor huiselijk geweld een groter maatschappelijk probleem blootlegt en Belg Nicolas di Felice geeft voorproefje van zijn visie voor modemerk Courrèges.