“Ik wil jullie graag iets vertellen over een van mijn beste vrienden, Okoloma Maduewesi. Okoloma woonde in mijn straat en was als een grote broer voor mij. (…) Ik kon met hem praten, lachen en huilen maar ook ruziemaken. Toen ik veertien was, bij hem thuis, hadden we zo’n woordenwisseling. Beiden smijtend met half doordachte stellingen en overtuigingen die we hadden opgepikt uit boeken die we net gelezen hadden. Ik kan me niet precies herinneren waarover de discussie ging, maar ik herinner me wel dat Okoloma plots zei: ‘weet je, je bent een feministe’. Het was geen compliment”.
Aan het woord is de Nigeriaanse Chimamanda Ngozi Adichie, auteur van het in 2014 verschenen 64-pagina’s tellende essay We Should All Be Feminists. Het essay is een adaptatie van een TEDx Talk die Adichie in 2012 gaf in Londen en die op YouTube inmiddels meer dan 5 miljoen keer bekeken is. Beyoncé hernam in 2013 een stuk uit de speech in haar nummer Flawless. Maria Grazia Chiuri plakte in september 2017 de titel zwart op wit op een T-Shirt tijdens haar allereerste defilé als artistiek directeur van Dior. Een binnenkomer die kan tellen van de eerste vrouw om deze positie te bekleden in de 70 jaar dat het modehuis bestaat.
#feminismeisweerhip
Anno 2018 is de jongere generatie vrouwen, ironisch genoeg mede dankzij #MeToo, weer trots om zich feminist te noemen. Maar wat is feminisme anno 2018? Is het nog steeds, simpel gesteld, een vrouwen-versus-mannen gevecht of moeten we het gegeven veel breder opentrekken? “Vandaag de dag leven we in een totaal andere wereld dan pakweg duizend jaar geleden, toen het nog logisch was dat de fysiek sterkste persoon het voor het zeggen had omdat hij nu eenmaal instond voor de overleving” aldus Adichie.
“De persoon die het meeste kans heeft om het nú voor het zeggen te krijgen, is niet de fysiek sterkste persoon.
Het is de meest creatieve persoon, de intelligentste, de meest innovatieve; allemaal kwaliteiten die niet per se mannelijk of vrouwelijk zijn. Mannen kunnen ze in huis hebben, maar vrouwen evenzeer. De mens heeft zich ontwikkeld, maar helaas zijn onze opvattingen over gender niet mee geëvolueerd.” Een mening die ook Jens Van Tricht is toegedaan.
Van Tricht omschrijft zichzelf als een hogeropgeleide, heteroseksuele, witte man van middelbare leeftijd in het Nederland van 2018. En als feminist. Hij was een van de weinige mannen die zich in de jaren negentig inschreef voor de opleiding Vrouwenstudies aan de Universiteit van Amsterdam en staat tegenwoordig aan het hoofd van Emancipator, een organisatie in Nederland die mannenemancipatie bevordert. Want volgens Van Tricht is dat het ultieme doel.
“Voor mij is feminisme een fundamentele systeemkritiek, een analyse van de samenleving waarin wij leven, de problemen waar we tegenaan lopen, en dat gerelateerd aan de manier waarop we mannen en mannelijkheid en vrouwen en vrouwelijkheid definiëren, de manier waarop we gender vormgeven en invullen. We gendertyperen kinderen al voor ze geboren worden. Bij ‘jongens’ en ‘meisjes’ horen een karrenvracht aan veronderstellingen van hoe dat kind dan moet zijn, zich moet kleden, zich moet gedragen. Alles is ingedeeld in blauw of roze. Alles heeft met gender te maken, bij kinderen maar ook bij de samenleving in het algemeen.”
“De eerste lessen die mannen aangeleerd krijgen, is dat ze niet vrouwelijk mogen zijn. Dat is een boodschap die ze van kinds af aan ingeprent krijgen. En dat gebeurt zowel individueel, collectief in de gemeenschap als institutioneel in wetten, regels en beleid. Bovendien wordt er dan ook nog eens neergekeken op alles wat vrouwelijk is. Het wordt ondergewaardeerd en onderbetaald, slecht behandeld, geweld tegen gepleegd… Geen wonder dat mannen op hun hoede zijn om hun vrouwelijke kant te tonen.”
“Tegelijkertijd zit er natuurlijk een risico aan emancipatie die vooral vrouwen gidst richting traditionele mannenrollen, want dat bevestigt alleen maar de heersende overtuiging: dat mannen het best haalbare hebben. Ik ben te veel een idealist om dat te geloven.”
Keuzevrijheid
Schuilt het geheim van het feminisme dan in het maken van je eigen keuzes? Het nastreven van je eigen doelen in plaats van door de maatschappij opgelegde mannelijke doelen? “Deels wel en deels niet”, aldus Van Tricht. “Het is niet aan mij om te oordelen wat een ander moet kiezen of kunnen kiezen, maar ik denk wel dat het belangrijk is om vraagtekens te zetten bij de vrijheid waarmee op dit moment dat soort keuzes gemaakt worden.
Een vrouw die zich in een mannenwereld wil bewijzen of handhaven, moet drie keer zo hard haar best doen.
En dan nog is de kans klein dat ze echt serieus genomen wordt.”
“Alle keuzes van vrouwen hier in het Westen worden gemaakt in een patriarchale context waarin macht, invloed, inkomen en bezit erg ongelijk verdeeld zijn. Dus de vraag is welke vrijheid je werkelijk hebt in het maken van die keuze. Voor mij is en kan feminisme niet enkel een individueel project zijn, het is ook een collectief, maatschappelijk en zelfs wettelijk project.”
“Als mannen en vrouwen gelijk betaald worden voor hetzelfde werk en traditionele mannenberoepen en traditionele vrouwenberoepen op hetzelfde niveau worden gezet, dan pas heb je daar echt een vrije keuze in. In een ideale wereld zouden mannen net zo makkelijk de keuze moeten kunnen maken om huisman te zijn als vrouwen zouden moeten kunnen kiezen om kostwinner te worden. In praktijk blijkt dat nu niet evident. ”
Weg met genderhokjes
Ligt de uitdaging voor het feminisme anno 2018 in het Westen dan eerder bij de emancipatie van de man dan bij de emancipatie van de vrouw? “Ik zou het eerder andersom stellen. (lacht) Ik denk dat de uitdaging voor de mannen in de 21ste eeuw en in het Westen, maar ik denk zelfs in de rest van de wereld, ligt bij het feminisme.”
“We moeten niet proberen om het probleem op te lossen door vrouwen te ‘fixen’, te ‘wapenen’. Vrouwen veranderen heeft geen zin. Je kan ze eindeloos weerbaar maken tegen geweld, maar het houdt pas op als mannen ermee ophouden. Als mannen ook het zorgende durven omarmen. Verbinding, communicatie, empathie, zorg voor jezelf en voor anderen; dat zijn dingen die we mannen in onze maatschappij eerder af- dan aanleren. En dat moet volgens mij veranderen.”
“We moeten wegbreken van dat keurslijf van blauw of roze, van jongens of meisjes, want dat is veel te beperkend, de keuze te dwingend. We moeten evolueren naar een samenleving met minder nadruk op competitie en werkdruk, en meer nadruk op het zorgende aspect. Maar voor mij is dat niet onlosmakelijk verbonden aan het hebben van een vrouwenlichaam. Ik zou willen dat die boodschap dan ook geldig zou zijn voor mannen.”
Jens Van Tricht, ‘Waarom feminisme goed is voor mannen’, uitgeverij Atlas Contact.