De loonkloof blijft dalen, maar de verschillen per sector zijn groot
© Getty Images

De loonkloof blijft dalen, maar de verschillen per sector zijn groot

Leestijd: 1 min

De loonkloof tussen vrouwen en mannen blijft langzaam dalen, dat blijkt uit cijfers van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Gecorrigeerd voor arbeidsduur bedraagt de gemiddelde loonkloof in ons land nu 8,0%. Al zijn er grote verschillen per sector.

/

Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen presenteert deze nieuwe cijfers op basis van de gegevens van 2021 van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ).

Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen licht toe:”De cijfers evolueren in de goede richting. Voor veel indicatoren zien we een daling van een half procentpunt. In het licht van de trend van de voorgaande jaren kunnen we dit een ‘goed jaar’ noemen. Dit neemt natuurlijk niet weg dat er nog een lange weg te gaan is naar het bereiken van gelijke beloning. Een proactief beleid is dan ook essentieel om de loonkloof tussen vrouwen en mannen te dichten”.

Loonkloof: grote verschillen per sector

Arbeidsters in de privésector kampen met de grootste loonkloof; niet minder dan 20,5% en 44,1% zonder correctie voor arbeidsduur. Een positief punt is dat de loonkloof voor deze categorie na jaren van toename, nu een dalende trend vertoont.

“Vrouwelijke arbeiders zijn een bijzonder kwetsbare socio-professionele groep. Het gaat daarbij onder andere om huishoudelijk personeel, keukenhulpen en productiemedewerksters… In deze beroepen komen onzekere contracten, deeltijds werk en zware arbeidsomstandigheden vaker voor. De lage lonen vergroten ook het risico op bestaansonzekerheid. Het is bemoedigend dat de loonkloof voor deze categorie werkneemsters kleiner wordt”, aldus Stevens.

Deeltijds werken

Het feit dat vrouwen deeltijds werken is een belangrijke factor die bijdraagt aan de loonkloof. Volgens het Instituut kiest vier op de tien vrouwen ervoor om deeltijds te werken, terwijl slechts een op de tien mannen die keuze maakt. Dit resulteert in een stagnatie van de lonen van vrouwen in de leeftijdscategorie tussen 34 en 45 jaar.

Vrouwen maken vaker de keuze voor deeltijds werk om verschillende redenen, waaronder het verlenen van zorg aan kinderen of andere familieleden. Aan de andere kant kiezen mannen vaker voor deeltijds werk om een extra baan te nemen of om een opleiding te volgen. Hierdoor blijft het gemiddelde brutoloon van mannen in dezelfde leeftijdscategorie stijgen. Dit verschil in loopbaankeuzes draagt bij aan de loonkloof tussen mannen en vrouwen.

Ondervertegenwoordigd

De loonkloof wordt niet alleen veroorzaakt door deeltijds werk, maar er zijn ook andere factoren die hieraan bijdragen. Vrouwen zijn bijvoorbeeld oververtegenwoordigd in beroepen die traditioneel lager betaald worden, zoals de zorgsector en het onderwijs.

Daarnaast ervaren vrouwen meer uitdagingen bij het bereiken van leidinggevende posities en zijn ze ondervertegenwoordigd in adviesraden. Bovendien werken vrouwen vaak in sectoren waar onzekere contracten gangbaar zijn, zoals de dienstenchequesector.

Lees ook: Hoe een transparante blik op het loon de loonkloof kan dichten & Waarom vaderschapsverlof verplicht zou moeten zijn.

Redactie Marie Claire De artikels van >