door Aurélia Dejond en Charlotte Van Beirendonck
De selfiecultuur van tegenwoordig heeft de nodige debatten en zelfs polemiek veroorzaakt, maar op zich is het produceren van zelfportretten natuurlijk niets nieuws. Van Gogh en zijn tijdgenoten hadden geen smartphone nodig en de eerste fotoselfie dateert uit 1920. De cultus van de selfie is met andere woorden echt niet begonnen met de ‘millennials’, de twintigers die opgegroeid zijn met internet en de sociale netwerken. Mensen hebben altijd zelfportretten gemaakt, maar dankzij de nieuwe technologie van de 21ste eeuw werd het voor iedereen even haalbaar. In die mate zelfs dat veel mensen beweren dat de maatschappij aan een identiteitscrisis lijdt, waarin alles om imago en uiterlijk draait. In haar boek ‘Je selfie donc je suis. Les métamorphoses du moi à l’ère du virtuel’ waarschuwt filosofe en psychologe Elsa Godart tegen de potentiële almacht van het virtuele en van het uiterlijk: “Ik selfie dus ik ben. Het is allemaal ‘ik, ik, ik’, puur narcistisch masturberen”. Maar dat verhindert niet dat het selfienemen een dagelijkse praktijk in ons leven is geworden. Van sukkels tot publieke figuren (ook de Paus neemt selfies), stuk voor stuk vullen ze het internet met berichtjes die voor het overgrote deel totaal nutteloos zijn. Het lijkt een heel gewoon gebaar, maar zo onschuldig is het niet. Een verlengstuk van het ego, zelfverheerlijking, verslaving aan het eigen beeld en de eigen populariteit, zo noemt Elsa Godart deze digitale maatschappelijke trend en het bijna neurotisch bezig zijn met imago. De filosofe ziet er een diepgaande verandering in van het contact met anderen, een verlengde van jezelf waarbij je niet meer met woorden communiceert, maar met beelden die vaak bewerkt zijn.
Een verlengstuk van het ego, zelfverheerlijking, verslaving aan het eigen beeld en de eigen populariteit, zo noemt Elsa Godart deze digitale maatschappelijke trend en het bijna neurotisch bezig zijn met imago.
Geïdealiseerd beeld van jezelf
Elsa noemt die dwingende behoefte om hier en nu te communiceren het ‘verbindingsmoment’. Een moment dat niet langer duurt dan een klik, waarmee je de indruk geeft dat je een druk, gevuld leven hebt. Het zijn portretten van het ego waardoor we plots erg kwetsbaar kunnen zijn voor het aantal ‘likes’ dat we krijgen: als we minder populair worden of minder followers krijgen, leiden we daar vaak uit af dat we minder geliefd zijn. “Als je aan de lopende band selfies post, wil dat niet zeggen dat je dol bent op jezelf, maar dat je gerustgesteld wilt worden”, vertelt psycholoog Patrick Traube. Het is zelfs zo sterk dat mensen zo bezig zijn met het vastleggen van momenten in hun leven voor de virtuele gemeenschap, dat ze vergeten die momenten écht te beleven. Zo bleek uit een studie van Christyntje Van Galagher bijvoorbeeld, dat 83% van de deelnemende selfie-adepten immers niet tevreden is over hun seksleven.
Selfies op zijn vrouwelijkst
Selfies mogen dan spontaan lijken (verkeerde omkadering, een onscherpe achtergrond) dat wil niet zeggen dat er niet aan gewerkt is, hoe ongedwongen die ook lijkt. Vooral vrouwen zijn erg gevoelig voor het beeld dat ze van zichzelf willen geven op sociale netwerken. “Uit een recente Duitse studie aan de hand van voorbeelden van selfies bleek dat deze zelfportretten nog meer seksistische clichés bevatten dan de gemiddelde reclame. Je kent het wel: tuitmondje, borst vooruit, holle rug, een heup naar voren… Het verontrustende is dat dit aangeeft dat de maatschappij nog altijd vindt dat vrouwen de mannen moeten behagen door aan bepaalde fysieke eisen te voldoen, en dat vrouwen zich nog altijd verplicht voelen om te verleiden en mooi te lijken volgens de heersende normen. Je zou kunnen stellen dat die zelfportretten een perfecte manier zijn geworden om een identiteit van de vrouw te creëren die voldoet aan de verwachtingen van onze hetero-seksistische maatschappij,” verklaart Virginie Tumelaire, medewerkster bij Amazone. Dat gezegd zijnde, aarzelen bepaalde vrouwen niet om selfies te gebruiken als springplank om een ander beeld van hun sekse te geven. “Dan wordt het een vorm van verzet, een manier om hun imago en identiteit zelf te bepalen. Denk aan de selfies waarop lichaamsbeharing te zien is (okselhaar, een snorretje…) of andere waarop vrouwen staan met gulle rondingen, of zelfs selfies waarop een gehandicapt lichaam te zien is,” voegt Virginie Tumelaire eraan toe.
Deze zelfportretten bevatten nog meer seksistische clichés bevatten dan de gemiddelde reclame. Je kent het wel: tuitmondje, borst vooruit, holle rug, een heup naar voren…
Egocentrisme of gewoon willen delen
Exhibitionisme, voyeurisme, militantisme, de selfiemanie heeft dus allerlei functies. Onderzoeker André Gunthert, auteur van ‘ L’image partagée’, ziet de selfie als een manier om iets te delen, een communicatiewerktuig in dat gesprekken uitlokt. Want de bedoeling is vooral dat erover gepraat wordt, dat er commentaar wordt geleverd. Zelfs al zetten veel mensen een betere versie van zichzelf op internet, toch heeft die neiging om zich bloot te geven ook zijn goede kanten. “Voor sommige mensen is het een therapeutische ervaring: door te spelen met selfies op internet, kan je meer van jezelf gaan houden, meer zelfvertrouwen krijgen, meer durven ondernemen”, verklaart Patrick Traube. Elsa Godart wijst erop dat er geen echte ‘dislike’ functie is: als je iemand niet aardig vindt op de sociale netwerken, blokkeer je hem gewoon. Daardoor is er wel het gevaar dat mensen verslaafd raken aan het leven in een rooskleurige wereld waarin alles mooi is. Desalniettemin kan deze zelfpromotie via de selfie, ook wel ‘selfbranding’, tevens tot andere dingen leiden. Iemand kan via die selfbranding een echt icoon worden en deuren voor je openen in de niet-virtuele wereld die gebaseerd is op competitie, meritocratie en prestatie.