Charlotte
Charlotte Beaude woont en werkt in Brussel. Zij lanceerde eind 2020 haar eigen accessoirelabel; de focus ligt momenteel op tassen en sjaals. Dit najaar komt ze met een eigen showroom, waar ze klanten op afspraak zal ontvangen.
“Ik heb altijd iets gehad met tassen. Dé iconische tas voor mij is de Kelly van Hermès. Ik heb er zelf spijtig genoeg geen. Ook de Brillant van Delvaux is een mooi voorbeeld van hoelang een tas kan meegaan. Tijdens mijn studies interieurvormgeving en product ontwikkeling deed ik zomerstages in Parijs en New York. Daarna ging ik aan de slag bij een architectenbureau. Maar ik wilde meer en daarom richtte ik een eigen merk op. Ook al neem ik nog wel interieurprojecten aan, zo ben ik nu bezig met een restaurant. Voor zowel het ontwerpen van tassen als voor interieurprojecten en productdesign zijn de details enorm belangrijk. Een goed project herken je daar aan: of een stoel bijvoorbeeld comfortabel zal zitten of niet, ligt aan de details. Hetzelfde voor een handtas, die zowel praktisch als stijlvol moet zijn.
Mijn collectie omvat momenteel vier modellen tassen en vier sjaals in verschillende kleuren. De tassen worden volledig vervaardigd in Frankrijk, de foulards in Italië. Normaal gesproken had ik mijn label in september 2020 moeten lanceren, maar door de coronacrisis lag de productie volledig stil in Europa. Italië en Frankrijk zaten op slot, wat zorg de voor enorme problemen vlak voor mijn lanceerdatum. Ik heb moeten improviseren en alles herdenken. Zo kwam het idee van de privéshowroom in Brussel: ik kan de klanten individueel ontvangen, hun alles rustig uitleggen, zodat ze het merk Charlotte Beaude op hun tempo kunnen ontdekken.
Mocht corona er niet geweest zijn, dan had ik dit waarschijnlijk anders aangepakt. Dan zou ik gegaan zijn voor een winkel. Maar shops zijn ook voorzichtiger geworden om een nieuw merk in te kopen, het blijft een risico voor hen. Hierdoor is het wel moeilijk om de naambekendheid te vergroten. Toch geloof ik enorm in mijn concept van private viewings in de showroom. Ik wil een gezellige omgeving creëren, waarin de klant zich thuis voelt.
Nu werk ik aan een mannenlijn met sjaals en kleine accessoires; ik wil bekijken of dit aanslaat en dan voeg ik waarschijnlijk een aantal mannelijke tassen toe aan de collectie. Voor mij is is dit najaar de kans om het normale leven terug op te nemen en mijn merk aan de wereld te introduceren.”
Eduard
Eduard Both studeerde in 2017 af aan de Antwerpse ModeAcademie. Tijdens zijn studies nog richtte hij CAP STUDIO op; de focus lag toen op exclusieve kousen. Maar daar kwam het team van Muccia Prada tussen, dat hem een job als knitwear designer bij Miu Miu aanbood. CAP STUDIO ging even de koelkast in, maar komt dit seizoen terug als een volwaardig hemdenlabel.
“De opleiding aan de ModeAcademie is meer op design gefocust dan op de zakelijke kant van de mode-industrie. Tijdens mijn master was het dus een uitdaging om meer te weten over hoe het echt is om met fabrikanten te werken en ontwerpen door te geven om te ontwikkelen. Tijdens een roadtrip door Frankrijk vond ik een kousenfabrikant. Een aaneenschakeling van toevalligheden zorgde ervoor dat wij toen een collectie lanceerden. Op dat moment was CAP STUDIO echt een garageproject. Alles gebeurde in de studio en ik benaderde op eigen initiatief winkels.
We hebben twee seizoenen goed gelopen en ik trok met mijn portfolio naar Milaan omdat ik in eerste instantie feedback wilde. Toen stelde Miu Miu mij een job voor, een ongelooflijke kans. Dat had ik niet verwacht. Ik wist dat ik nog ervaring miste en een leerschool bij een instituut als Miu Miu kon ik niet weigeren. CAP STUDIO stond vanaf dan on hold, met de bedoeling om het later terug op te pikken. De website is nooit offline gegaan en de Instagram-account is actief gebleven. Het was een fade-out om er ooit terug een fade van te maken.
CAP staat voor Creative Anonymous Projects, Anonymous staat voor anonieme projecten die niet gebonden zijn aan één productcategorie. Toen was dat knitwear, iets waar ik enorm mee bezig ben. Maar in Italië ontdekte ik een hemdenfabrikant en een borduuratelier, interessante componenten om een mooi product mee tot stand te brengen. Zo ben ik met de shirts begonnen. Toch tast ik de grenzen af om terug knitwear binnen de hemdencollectie te brengen.
Deze collectie werd zachtjesaan gelanceerd. Ik wist dat het een risico was om het label mid-corona te herlanceren. Daarom werk ik vooral op eigen distributie via een webshop en een pre-ordersysteem. Ik wilde graag een breakthrough op eigen kracht realiseren en een nieuw soort hemden op de markt introduceren. De oorspronkelijke collectie stalen bestond uit dertig hemden, maar tijdens de pre-orderfase is er een organische edit gebeurd, waardoor we uitkomen op 10 stijlen die op de webshop beschikbaar zijn, aangevuld met boxershorts en kousen. Heel low key, maar wel de key items van CAP. Voor L/Z 22 zijn we wel aan het kijken naar een partnerschap met verdelers. Dan zijn we al een eind verder en is er al een formele introductie van CAP STUDIO geweest.”
Matteo
Matteo La Rosa verraste bekend en iets minder bekend in oktober 2020, met een kleinschalige show tijdens de modeweek van Parijs. De nieuwkomer toonde zijn eerste collectie tussen twee Covid-19-lockdowns door. De modepers kreeg hem in de gaten en deze maand is hij klaar voor zijn echte doorbraak…
“Dit najaar is er geen show tijdens de modeweek in Parijs, maar wel een event in Antwerpen voor de Belgische pers. Daar wordt de nieuwe collectie getoond. Bovendien komt er deze maand ook nog een capsulecollectie naast de collectie voor herfst en winter. Ik zie dit seizoen als mijn breakthrough season omdat ik mezelf meer herken in de silhouetten. Ik heb ook meer met kleur gewerkt. Ik zie het mijzelf meer dragen, heb langer onderzoek gedaan, ook naar wie ik wil zijn als designer. Parijs was goed om te bekijken hoe de pers reageerde, zodat ik aanpassingen kon doen voor de volgende collecties, wat ook gebeurde.
Door de coronacrisis werd iedereen, mezelf incluis, verplicht om creatiever te gaan nadenken: hoe kunnen we de presentatie doen, wat met de foto’s? Kunnen we meer zelf doen, of hebben we een fotograaf nodig? Je leert creatief denken omdat je naar oplossingen moet zoeken. Ondertussen kan ik gelukkig weer afspreken met mijn rechterhand Jenny. Zij kan terug naar het atelier in Antwerpen komen om samen de collecties te bekijken. Dat is toch wel een ander gevoel dan via Zoom.
Ik bouwde mijn woonkamer om tot atelier: daar staan nu drie pas poppen voor de drapagewerken, een tafel waar ik de collectie op kan analyseren en aanpassen en mijn naaimachine natuurlijk. Ik heb op zich weinig nodig, maar voel toch de nood aan een extern atelier, zodat ik dit kan combineren met een showroom om de klanten te ontvangen.
Ergens is er wel iets positiefs uit de coronacrisis gekomen; ik heb de tijd gekregen om na te denken over wie ik ben en welke kant we uitmoeten met het merk. De collectie bestaat uit 23 silhouetten, al wel een redelijk aantal. Mijn handelsmerk blijft de blazer, zeker wat de kragen betreft: ik heb een obsessie voor grote jaren 70 kragen. In de vorige collectie hadden de blazers geen mouwen, de pasvorm bleef hetzelfde maar er werden extra lange mouwen en drapage toegevoegd. We bouwen ver der op de vorige edities.
Ik laat mij inspireren door mijn omgeving, door muziek, waar ik ben en woon. Mijn vrienden passen perfect in de stijl van La Rosa, dus voor mij is het makkelijk om een beroep op hen te doen om de creaties te showen. De volgende collecties wil ik wel uitbreiden naar andere lichaamstypes en om vormen tot een palet waar iedereen zich in kan vinden. Ik ontwerp voor alle vrouwen, en niet iedereen heeft maatje 36.”