1. Een powerpointpresentatie maken als je ongesteld bent
2. Boeken lezen waar geen prentjes in staan
3. Een puzzel maken van meer dan 20 stukjes
4. Rijden met een gemotoriseerd voertuig
5. Vragen om loonsopslag
6. Jezelf bedreigd voelen als een onbekende man je aanklampt op straat. Geef maar toe: stiekem vind je het toch een beetje flatterend…
7. Interesse tonen voor complexe economische problemen, wetenschappelijke kwesties, automechanica, astronomie, recht, geneeskunde, kwantumfysica, chemie, geopolitieke kwesties…
8. Toegeven dat je houdt van shoppen, mode, beauty, baby’s, kinderen, het huwelijk, de Kardashians, schoenen, handtassen, perfect zittende kapsels…
9. Een hamburger eten (of frieten, pizza, chips, bonbons, koekjes, ijs, rosé, chocola…)
10. Ervan overtuigd zijn dat er dingen zijn die je niet kan of mag omdat je een vrouw bent
Want nee, ook anno 2018 is er nog geen sprake van gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vandaag is het 8 maart, en nee, dat is niet ‘de dag van de vrouw’. Het is ook geen dag om te feesten. Beste heren (en dames), kom dus vanavond niet thuis met bloemen en chocolade.
8 maart is de dag waarop we de balans opmaken. Want ja, vrouwen zijn in veel domeinen nog niet de gelijken van de man en dat zal vermoedelijk nog wel een tijd zo blijven. Daarom blijft een dag als vandaag belangrijk, al was het alleen maar om onszelf en anderen eraan te herinneren dat er nog behoorlijk wat werk aan de winkel is.
De ongelijkheid in cijfers
Beelden zeggen meer dan duizend woorden, maar ook cijfers schetsen soms een duidelijker beeld. Daarom zetten wij er een paar voor je op een rij.
Uit recente gegevens over de loonkloof tussen vrouwen en mannen in België van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen blijkt dat vrouwen gemiddeld 10% minder loon per uur ontvangen dan mannen. Dus we zijn er nog altijd niet, maar we zijn wel goed op weg. Eind jaren ’90 bedroeg het verschil immers nog 19%. Ook internationaal doet België het goed, want op Europees niveau verdienen vrouwen gemiddeld 16% minder per uur dan mannen.
En toch is er een kanttekening te maken bij deze cijfers. Wanneer we namelijk kijken naar de loonkloof op jaarbasis, rekening houdend met het feit dat vrouwen vaak deeltijds werken, zien we dat het verschil maar liefst 22% bedraagt. Een cijfer dat helaas de voorbije jaren amper achteruit is gegaan.
De onvermijdelijke conclusie? Vrouwen verdienen minder dan mannen, maar ze werken ook minder. De ongelijke verdeling in arbeidsduur is immers niet genderneutraal. En net dat werkt de ongelijkheid in de hand.
Moeten we dan met z’n allen maar gewoon wat meer gaan werken? Dat zal het probleem helaas niet oplossen. Feit is dat de zorgtaken op privévlak vaak ongelijk verdeeld zijn en vrouwen vaak niet anders kunnen dan deeltijds werken om alles rond te krijgen. Ook het feit dat vrouwen vaak werken in sectoren die enkel deeltijds werk aanbieden (denk distributie, schoonmaak…) maakt die oplossing moeilijk.
De finale barrière
En dan is er natuurlijk nog het glazen plafond… hoe zit het daar nu mee anno 2018? Wel, het is er nog steeds. Vrouwen zijn en blijven ondervertegenwoordigd in leidinggevende functies. Slechts 34,2% van de topmensen in het bedrijfsleven zijn vrouwen, terwijl de mannen afklokken op 65,8%. Dat vrouwen vaak deeltijds werken, heeft daar ongetwijfeld iets mee te maken, maar dat is zeker niet de enige reden. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel.