1. “Een voormalig minister van cultuur sprak me aan op een tentoonstellingsopening die ik had gecoördineerd, ‘om me te vertellen dat ik mooie benen had’.”
2. “Vraag vanuit een kunstenorganisatie: ‘Kan je in onze raad van bestuur zetelen, we hebben nog vrouwen nodig.’”
3. “In een grote culturele instelling kreeg ik een hogere functie, waardoor een mannelijke collega voortaan onder mij kwam te staan. Hij liet echter aan de directie weten dat hij het niet zag zitten om onder een vrouw te werken. Hij wilde dat mijn benoeming ongedaan werd gemaakt en dreigde anders op te stappen. Toen dit niet veranderd werd, heeft hij overplaatsing gevraagd naar een andere dienst.”
4. “Het uitspelen van seksualiteit – het verleidingsspel – is een troef als je vrouw bent. Mannen nemen weliswaar ook hun toevlucht tot dat spel. Maar omdat er nog steeds meer mannen dan vrouwen de beslissende posities bekleden, is het voor vrouwen een strategie die net iets meer nodig is. Je hebt alleen pech als je niet de looks of het aura, maar wel de capaciteiten hebt.”
5. “Een bevriende professionele danseres veroordeelde streng een collega. ‘Met zo’n gezicht gaat ze weinig opdrachten krijgen. Lelijke mannen op een podium zijn interessant om naar te kijken. Lelijke vrouwen op een podium, dat is ongemakkelijk.’ ”
6. “Ik werd uitgenodigd voor een optreden tijdens een literaire avond, door de directeur van een literaire organisatie. Ik vond de opzet en het programmaconcept problematisch op het gebied van gender, en besloot na een korte mailwisseling de uitnodiging af te slaan. Kort daarna ontmoette ik de man tijdens een ander literair programma. ‘Dus jij bent degene die weigerde op te treden op mijn literaire avond’, vroeg hij. ‘Ja’, antwoordde ik, ‘dat ben ik.’ Hij keek me kort aan, draaide zich half van me weg en vroeg al weglopend: ‘Zat je tampon verkeerd?’ ”
7. “Als actrice onder mannelijke regisseurs werd ik regelmatig ‘schatje’ of ‘liefje’ genoemd – ondanks mijn veelvuldige vraag om dat niet te doen. Ik was (en ben nog steeds) niet de enige.”
8. “Op vergaderingen (bij oKo, in commissies van Kunsten en Erfgoed, in raden van bestuur) maakte ik meermaals mee dat mijn idee, opmerking of kritiek niet gehoord werd, tot dat idee even later quasi identiek herhaald wordt door een man, en dan wel opgepikt wordt. Vrouwen worden in vergaderingen ook meer onderbroken (door mannen) dan mannen. Misschien spreken we te zacht?”
9. “Ik werk nauw samen met vier directeurs van grote culturele instellingen. Sinds een paar jaar is één van die directeurs een vrouw. Als het formeel overlegmoment is afgelopen, gaan de mannen altijd nog eens ‘apart’ zitten.”
10. “Een theatermaker: ‘Amai, fantastisch werk! Nu niet zwanger worden hé!’ ”
Door Marie Geukens en Linda Heynderickx