Vegan leer!?
Eindelijk is het gedaan met dat nepleer dat naar plastiek ruikt. Je weet wel, het soort waar hoofdpijn bij komt kijken en er smeltgevaar in de nabijheid van een verwarming dreigt. Dr. Martens kwam dit jaar uit met een volledige vegan collectie en de vegan leren tassen van het Canadese bedrijf Matt & Nat zijn continu uitverkocht. Verder liet de Australische actrice Ruby Rose van Orange Is the New Black ook al weten dat ze een collectie vegan handtassen gaat ontwerpen. Dat besluit kwam er nadat ze haar gezicht op een leren Pradatas had zien staan. En het houdt niet op. Laboratoria zoals Grado Zero Espace en Modern Meadow ontwikkelen nieuwe leersoorten op basis van biologische producten zoals paddestoelen. Bovendien maken ze ook leer door giststammen te kweken die collageen produceren. Die huidproteïne geeft het leer kracht en rekbaarheid. Deze nieuwe leersoorten zijn jammer genoeg best nog duur, maar daar komt verandering in, en dat nog wel dicht bij huis. Neri De Meester bracht immers haar twee passies, mode en duurzaamheid, samen in een eigen product: organisch nepleer gemaakt van biologisch afval. “Mijn product kan niet duur zijn, het is gemaakt van afval”, licht ze toe.
Neri De Meester
De Meester studeerde eerst mode aan het KASK in Gent, maar ze besefte snel dat de traditionele modewereld niets voor haar was. “Na een paar jaar kreeg ik een afkeer van de modewereld en hoe het eraan toe gaat. Ondertussen was ik ook heel veel bezig met voeding en het milieu. Daarom vertrok ik naar Amerika om er een opleiding Raw Food Chef te volgen. Dat is een veganistische keuken. Die is dus heel duurzaam. Tijdens die opleiding werd ik helemaal ondergedompeld in ecologisch en duurzaam werken. Voor mij was het dan ook logisch om dat door te trekken in het modeverhaal.” Toen De Meester terug kwam naar ons land, maakte ze haar modeopleiding af. “Ik koos ervoor om mijn collectie zo duurzaam mogelijk te maken en goed te weten waar al mijn producten vandaan kwamen,” zegt ze.
Organisch afval wordt leer
Uiteindelijk koos ze ervoor om ook zelf duurzame stoffen te produceren voor haar collecties. Haar eigen leersoort is hier het resultaat van. “Ik kan eigenlijk elk organisch afval gebruiken om dat leer te maken. Ik behandel koffiegruizen, groentenschillen, fruitafval enz.,” legt De Meester uit. “Dat gebruik ik dan als basis om een coating te maken op textiel.” Het proces om organisch afval om te zetten in nepleer is heel eenvoudig en vergt niet veel energie, volgens de fashion-foodie: “Alles wordt vermalen tot een grote pap. Daar doe ik water bij. Vervolgens gebruik ik een plantaardige binder die ervoor zorgt dat alles een geheel wordt. Daarna voeg ik nog wat olie en andere plantaardige producten toe om het leer soepel te houden en spreid ik de mengeling uit op textiel. Tenslotte laat ik het dan zeventien tot vierentwintig uur drogen.”
Nepleer nog niet marktklaar
Jammer genoeg is dit plantaardig leer nog niet klaar voor de winkelrekken. Het is wel duurzaam in de zin dat het niet vervuilend is, maar het kan niet tegen een stootje. “Het leer kan niet goed tegen water”, geeft De Meester toe. “Als je er lang mee in de regen loopt, begint het op te lossen.” Verder is het ook iets té biologisch afbreekbaar. “Het vergaat heel snel. Het leer moet een bepaalde levensduur hebben om marktklaar te zijn en dat is momenteel nog niet het geval”, zegt De Meester. Het zal dus nog even duren vooraleer het leer van De Meester in de rekken ligt. Ze zegt ook dat de verdere ontwikkeling van het leer voorlopig op een laag pitje staat. De modeontwerpster concentreert zich voorlopig op haar werk in de keuken. Ze heeft wel nog een zijproject lopen met een Brussels bedrijf om een alternatief te vinden voor de onlangs afgeschafte plastieken wegwerpzakken in ons Hoofdstedelijk Gewest.
De Meester weet ook dat ze niet zomaar op kan tegen het goedkope nepleer dat nu in de winkels hangt. Dat is gemaakt van het oliederivaat PVC. Dat is niet goed voor het milieu, maar wel voor de portemonee en het gaat ook nog eens lang mee. Toch houdt de ontwerpster vast aan haar ideologie. “Als je ergens in gelooft, dan doe je dat,” zegt ze. “Het is heel idealistisch, maar ik wil niet voor het goedkoopste gaan”, pleit De Meester. “Mijn product is trouwens niet zo duur en het is een oplossing voor de afvalindustrie. Nu is het zelfs zo dat heel veel bedrijven sinaasappelschillen teveel hebben. Om ervan af te geraken, moeten ze nu zelfs betalen.”