5 unieke huizen die je (minstens) één keer in je leven moet bezoeken
© @maisonhannon

5 unieke huizen die je (minstens) één keer in je leven moet bezoeken

Door Adeline Suard, Bérengère Perrocheau, Valérie Charier  & Lotte Gillis
Leestijd: 4 min

Met hun gedurfde architectuur en fascinerende geschiedenis bewijzen deze fantastische residenties de architecturale rijkdom van het Europese continent. Deze unieke huizen, of beter gezegd architecturale juweeltjes, moet je minstens één keer in je leven gezien hebben.

/

De woningen in deze lijst zijn niet alleen adembenemend, maar ook ongelooflijk divers. Of ze nu het huis waren van een schilder, een graaf of de familie van een spaghettifabrikant, elk huis heeft een unieke geschiedenis. Maar daar eindigt het niet want ook de architecturale stijl van de huizen is enorm uiteenlopend, van art deco tot postmodernisme en art nouveau, geen enkel gebouw is hetzelfde.

Lees ook: Japan voor designliefhebbers: deze 7 plekken wil je bezoeken

/

1. Casa de Serralves, Porto

In 1923 erfde de Portugese graaf Carlos Alberto Cabral het familielandgoed Quinta do Lordelo in Porto. Twee jaar later bezocht hij de Internationale Tentoonstelling van Decoratieve en Industriële Kunsten in Parijs en raakte gefascineerd door art deco. Om zijn toekomstige vrouw, Blanche Daubin, een villa te kunnen schenken, spaarde hij kosten noch moeite en omringde hij zich met de leidende figuren van die tijd: architecten José Marques da Silva en Charles Siclis voor het exterieur, decorateur Jacques-Émile Ruhlmann, meester-glasblazer René Lalique en smeedijzerbewerker Edgar Brandt voor het interieur en landschapsarchitect Jacques Gréber voor de groene ruimtes.

Dit gebouw van 2.770 vierkante meter, gebouwd op drie niveaus, kijkt uit op een uitgestrekt park van bijna 18 hectare, met een opeenvolging van vijvers en zo’n 200 soorten bomen en struiken. De bouw van dit luxueuze project nam wel twintig jaar in beslag, van halverwege de jaren 1920 tot halverwege de jaren 1940.

Ga voor meer info naar serralves.pt.

Lees ook: Van stress naar burn-out: zo herken je emotionele uitputting

/

2. The Cosmic House, Londen

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Jencks Foundation (@jencksfoundation)

Ook deze Londense villa verdient terecht een plekje in de lijst met unieke huizen. Het gebouw werd eind jaren 1970 gebouwd voor en door Charles Jencks en is het resultaat van rationele geometrische lijnen van de modernistische beweging en zijn obsessie met functionaliteit. De Amerikaan was daarnaast ook schrijver, criticus, leraar en ontwerper. Hij experimenteerde in zijn werk met nieuwe verhoudingen en proporties. Toen het gebouw ontworpen werd waren de dagen van het minimalisme voorbij, ze werden vervangen door weelderigheid. Dat vertaalde zich in veelvuldige niveauverschillen, verschuivende assen, gefragmenteerde vormen, schuine uitzichten en tegenover elkaar liggende muren die mensen aanmoedigden hun toevlucht binnenshuis te zoeken.

Omringd door zijn vrienden ontwierp Charles Jencks een originele inrichting en meubilair, waarin ieder zijn visie op postmodernisme de vrije loop liet. Piers Gough en Francesco Borromini ontwierpen een jacuzzi waarin de tegels niet op de vloer, maar aan het plafond zaten. Charles Jencks wilde dat zijn Cosmic House na hem zou voortleven, daarom tekende hij de plannen voor het toekomstige museum met architect Edwin Heathcote.

Ga voor meer info naar de website van Jencks Foundation.

/

3. Haus Schminke, Duitsland

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Haus Schminke (@hausschminke)

Dit gebouw staat bekend als het ‘noedelhuis’. En dat komt niet omdat het er door zijn schip-achtige uiterlijk ietwat absurd uitziet, maar omdat de eigenaar ervan, Fritz Schminke, de baas was van een pastafabriek. Toen hij Hans Scharoun in 1930 de opdracht gaf om zijn gezin in de buurt van zijn werkplaats in Löbau te huisvesten, wist de Duitse baas precies wat hij wilde. Een huis met een ononderbroken uitzicht over de tuin, een Frankfurtse keuken – de eerste moderne keuken ontworpen door Margarete Schütte-Lihotzky – ramen van vloer tot plafond en buitentrappen om de slaapkamers op de eerste verdieping te bereiken zonder door de woonkamer te gaan.

Toch kon Scharoun’s organische gebouw niet lang als thuis dienen. Het werd in beslag genomen door het Rode Leger dat Fritz beschuldigde van oorlogsmisdaden omdat hij pasta had geleverd aan de Wehrmacht. Het werd op zijn beurt gebruikt als een Russisch militair commandocentrum, een kindertehuis en een clubhuis voordat het in 1993 eigendom werd van de stad Löbau, die het nu op afspraak openstelt voor het publiek.

Meer info vind je op de site van Stiftung Haus Schminke.

/

4. Maison Hannon, Brussel

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Maison Hannon (@maisonhannon)

Sinds dit jaar is de lijst van Brusselse art nouveau-gebouwen die open zijn voor het publiek iets langer geworden. Maison Hannon wordt momenteel gerenoveerd, maar de gevel, de glas-in-loodramen in de serre en het marmer en de mozaïeken op de begane grond zijn al gerestaureerd. Het trappenhuis, met zijn enorme fresco van Paul Baudoüin, is zowel indrukwekkend als dromerig. Dankzij de enorme hoeveelheid documentatie die is achtergelaten door de opdrachtgevers van het werk, blijft een team de weg vrijmaken voor toekomstige werkzaamheden.

Het was tijdens hun bezoek aan de wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs dat het echtpaar Hannon besloot om met de hulp van hun bevriende architect Jules Brunfaut een symbolistische vitrine te creëren. Dat bleek uit hun correspondentie met de Franse meester-glasblazer Émile Gallé ten tijde van hun bezoek aan het gebouw. Tot juni 2024 loopt in het museum ook de tijdelijke tentoonstelling ‘Belgische art nouveau’, met onthutsend moderne voorwerpen uit de tijd van Paul Hankar, Henry Van de Velde en Gustave Serrurier-Bovy.

Ga voor meer informatie naar de website van Maison Hannon.

/

5. Palacio do Grillo, Lissabon

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Palacio do Grilo (@palaciodogrilo)

Wees gewaarschuwd: als je hier binnenkomt, word je eerder een toeschouwer dan een bezoeker. Dit neoklassieke paleis in Lissabon werd in de 18e eeuw ontworpen door Pedro Henrique de Bragança en de architect Eugénio dos Santos. Maar er zit een speciale twist aan dit gebouw. In de tuin, het restaurant en de zalen die open zijn voor het publiek, zijn het personeel, de obers, enz. acteurs. Julien Labrousse ontwierp al het meubelair en is daarnaast ook het brein achter dit surrealistisch concept. Het artistieke team werkt dagelijks aan nieuwe voorstellingen om je ‘vreugdevolle artistieke ervaring’ te bieden in speciale kostuums en onder een slim lichtspel.

Meer informatie is te vinden op de website van Palacio do Grillo.

Lees ook: Wat is journaling en hoe begin je eraan?

Marie Claire Stagiaire De artikels van >

Tags: Architectuur.