Satijnen volants combineren met jeans, dat is stoutmoedig…
“Onlangs zag ik in een Londense bar een meisje in een cocktailjurk uit de eerste MSGM collectie (uit 2009, nvdr). Dat deed me beseffen dat mijn laatste silhouetten zeer mannelijk zijn. Voor deze capsulecollectie wou ik de tien mooiste cocktailjurken uit die beginjaren heruitvinden: kant, volants, hoge tailles en pailletten. Om de glitter te compenseren voegde ik er sweatshirts en gescheurde jeans aan toe. Een T-shirt onder een jurk maakt het verschil.”
Volants zijn weer helemaal in. Waar komt die algemene obsessie vandaan?
“Vandaag zijn ze inderdaad overal, maar ik ben ermee begonnen in 2009. Zelfs voor mijn meer streetwear collecties maakte ik er gebruik van. Voor mij drukken volants vrijheid, zorgeloosheid en ironie uit. Ook trends als de bloemenprint, logo sweatshirts en plooirokken vind je in de archieven van MSGM terug. Daar ben ik heel fier op.”
Denk je dat je een impact hebt gehad of dat je gekopieerd bent geweest?
“We leven in het tijdperk van de toe-eigening. Dat is niet per definitie negatief. Ik doe het zelf ook. Zo heb ik in 2010 een Chaneljasje geherinterpreteerd door er fluorescerende kant aan toe te voegen. Ik heb geen modeopleiding gevolgd. In mijn tienerjaren maakte ik voor het eerst kennis met mode als doorpasmodel. Daarna, op negentienjarige leeftijd, ging ik als verkoper in een kledingwinkel in Riccione aan de slag. Eind jaren ’90 was Riccione als Ibiza en Mykonos nu: veel modemensen, een wild nachtleven. Ik verkocht Helmut Lang, Gucci, Prada; dat is een school op zich. Zo leer je aanvoelen wat zal verkopen en wat niet.”
Je zegt dat je een aparte jeugd hebt gehad. Vertel…
“Ik ben opgegroeid in Rimini. Zonder schoenen, op het platteland, tussen de kippen, vrij. Mijn leeftijdgenoten speelden na school op hun computer. Ik had er geen en ging dus in bomen klimmen. Mijn vader was ondernemer, mijn moeder dierenarts. Met mijn eerste loon kocht ik haar een tas van Gucci, ontworpen door Tom Ford. Twintig jaar later staat hij nog steeds in de kast. Ze is nog nooit naar een van mijn shows komen kijken. “Ik weet niet wat aandoen”, zegt ze dan. Ik hou van haar.”
Wat inspireert je?
“Ik heb altijd samengewerkt met andere kunstenaars. In het bijzonder met Maurizio Cattelan, wie ik ontmoette in een nachtclub in Milaan. Tegenwoordig ben ik geobsedeerd door auto’s. De samengeperste carrosserie van John Chamberlain, de foto van een koplamp van Wolfgang Tillmans en het werk van Peter Cain intrigeren me.”