Eerder verschenen in Marie Claire België – december 2016
Je mails checken tijdens een vergadering. Facebooken tijdens het televisiekijken. Door de krant bladeren terwijl je met je moeder belt. Het huiswerk van je kind nakijken terwijl je in de kookpotten roert. Sms’en dat je wat later bent terwijl je op je fiets zit, of nog erger, achter het stuur van je auto. Herkenbaar, nietwaar? Multitasken doen we allemaal wel eens. Door verschillende dingen tegelijk te doen, hebben we de indruk dat we goed bezig zijn en dat het beter opschiet.
“Klopt niets van”, zo waarschuwen steeds meer wetenschappers. En ze wijzen erop dat multitasken niet alleen inefficiënt is, maar ook hoogst onproductief. Het zorgt ervoor dat we juist langzamer werken, minder goed presteren en meer fouten maken. Multitasking zou ook een van de boosdoeners zijn waarom we ons massaal moe en gestresseerd voelen, en voortdurend het gevoel hebben dat er te weinig uren in een dag zijn.
Schakelen kost tijd
“Zou jij geopereerd willen worden door een chirurg die heen en weer beent tussen vier patiënten en tussendoor ook nog een blik op zijn e-mails werpt? Of teruggaan naar een garagemonteur die steeds wordt afgeleid terwijl hij de remmen van je auto nakijkt? Nee, natuurlijk niet. En niet alleen omdat het langer zou duren. Je weet ook dat de kwaliteit van hun werk niet goed is en zelfs gevaarlijk kan zijn.”
Aan het woord is neuropsychiater Theo Compernolle, een van de wetenschappers die het fenomeen multitasken uitgebreid bestudeerd heeft. In zijn boek Ontketen je brein legt hij uit waarom dat multitasken helemaal niet zo handig is als we graag geloven. “Ons brein is daar simpelweg niet toe in staat”, stelt hij. “Niemand kan twee denkprocessen tegelijk uitvoeren. Om optimaal productief te zijn, moet je aandacht volledig gericht zijn op één taak.”
“Ben je met verschillende taken tegelijk bezig, dan moet je brein voortdurend schakelen. Dat switchen van de ene activiteit naar de andere en weer terug, leidt tot een enorm verlies aan energie en concentratie. En tot tijdverlies in plaats van tijdwinst, want de afwerking van verschillende taken tegelijk duurt langer dan wanneer je ze een voor een zou afhandelen.”
Homo interruptus
Wie dus een ingewikkeld rapport moet doornemen op zijn werk, doet er goed aan om dat leesproces zo weinig mogelijk te onderbreken. Niet met het halen van koffie, niet met het lezen van een inkomende mail, niet met een blitzbezoekje aan een nieuwssite.
Over mails en internet gesproken: het multitasken heeft niet toevallig zo’n hoge vlucht genomen sinds smartphones, tablets en laptops alomtegenwoordig zijn. De verleiding is groot om tijdens een meeting snel even op Facebook te checken of die vriendin nog niet bevallen is en om ‘s avonds voor de televisie een paar werkmails door te nemen.
“Het is verslavend”, aldus Theo Compernolle. “Elke keer als we de ‘ping’ horen van een nieuwe mail, of we ontvangen een sms’je of een like, geeft dat een kick. Letterlijk zelfs: onze hersenen krijgen dan een shotje dopamine. Dat is een stof die in ons lichaam vrijkomt als we genot ervaren. Daarvan willen we steeds meer, dus trekt elke trilling van onze smartphone en elk geluid van onze mailbox onze aandacht. Die constante afleiding zorgt ervoor dat we om de haverklap worden weggezogen van die ene taak waar we mee bezig zijn.”
Met alle gevolgen van dien. We plegen hier een telefoontje, schrijven daar een stukje, lezen een half artikel, beginnen aan een boodschappenlijst… tot onze aandacht wordt afgeleid. Of zoals Compernolle zegt: “Van homo sapiens, de verstandige mens, zijn we homo interruptus geworden. In plaats van onze eigen agenda te bepalen, reageren we aldoor op impulsen van buitenaf.”
Blijf internet de baas
De oplossing is even eenvoudig als uitdagend: regelmatig helemaal loskoppelen. Als je in staat bent om een paar keer per dag offline te gaan, ben je al een eind op de goede weg. “Ik heb absoluut niks tegen hedendaagse technologie”, benadrukt Theo Compernolle. “Integendeel, het is een fantastische en onmisbare manier om informatie te delen en te verwerken. Maar we moeten wel de baas blijven over al die apparatuur. Weet je, er zit een knop op je smartphone. Je hoeft hem maar vier seconden in te drukken. Uit. Zo simpel is het.”
Maar dé remedie, vooral in werkcontext, ziet Compernolle toch in wat hij batch processing noemt: verdeel je werk in tijdsblokken van telkens pakweg 45 minuten en hou je tijdens zo’n tijdsblok ongestoord bezig met één taak. Begin ’s ochtends met het blok met het belangrijkste denkwerk. Zet email, telefoon en internet uit en spreek met jezelf af dat je alleen op vaste tijden je mails afhandelt en telefoontjes beantwoordt.
Verstand op nul
“Maak jezelf niks wijs omtrent dat multitasken: gedeelde aandacht bestaat niet”, besluit Theo Compernolle. “Althans niet bij twee taken waarbij enig denkwerk vereist is. De enige vorm van multitasking die we perfect aankunnen, is als een van beide taken een routinehandeling is waarbij we ons verstand min of meer op nul kunnen zetten. Denk aan strijken voor de televisie of nadenken over een verjaardagscadeautje terwijl je in de tuin schoffelt.”
En hoe zit het met het hardnekkige idee dat vrouwen betere multitaskers zijn dan mannen? “Ook al zo’n mythe”, lacht hij. “Als vrouwen multitasken, loopt hun efficiëntie net zo sterk terug als bij mannen, zo blijkt uit alle onderzoeken.”
“Waarschijnlijk is die mythe ontstaan door het feit dat vrouwen beter dan de gemiddelde man in staat zijn tot multitasken bij routineklussen die niet voortdurend hun aandacht vragen, bijvoorbeeld als ze verschillende pannen op het vuur hebben en het toch klaarspelen om de verschillende gerechten op hetzelfde moment op tafel te krijgen. Maar als er, naast die routinehandelingen, iets anders om aandacht vraagt, is de kans op aangebrand eten net zo groot als bij een man.”
Niet overtuigd dat multitasken een stuk tijdrovender is? Probeer dan eens deze overtuigende test!
Neem twee vellen papier, een pen en een stopwatch. Je doet het testje twee keer: één keer singletaskend en één keer multitaskend. Eerste ronde: zet de stopwatch aan, schrijf het woord multitasking in drukletters op een vel papier en schrijf daarna onder elke letter een cijfer, oplopend van 1 tot 12. Hoeveel seconden deed je erover? Schrijf je score op. Voor de tweede ronde leg je het eerste vel papier buiten zicht.
Je zet de stopwatch weer aan en doet hetzelfde, maar nu schrijf je beurtelings een letter met daaronder een cijfer. Dus M, 1, U, 2, L, 3, enzovoort. Ga door tot het einde en vergelijk nu je scores. Wedden dat je er de tweede keer 50 tot 100% langer over deed? Als dit simpele testje al zoveel meer tijd kost, heb je niet veel verbeelding nodig om te beseffen welke kosten en gevolgen multitasking met zich meebrengt voor complexe taken.